Nu de dagen weer een gevoelig stukje kouder worden, is het heerlijk om de knisperende buitenlucht op te snuiven met daarin een scala aan verwaaide geurtjes zoals de typische schimmelgeur van paddenstoelen, maar ook de kruidigheid van naaldhout en het rokerige aroma van een open haard. En als na verloop van tijd het puntje van je neus gelijkenis begint te vertonen met de ijzige top van de Mont Blanc, dan weet weet je dat het tijd is om naar huis terug te keren. Hoe prettig is dan het thuiskomen! Want daar, binnen de behaaglijke warmte van je eigen huis, is het gelukzalig wegdromen met een dampende kop thee of chocolademelk. Speculaasbrok ernaast en (na)genieten maar van alles wat je onderweg tegenkwam.
Op dit soort dagen kan ik intens gelukkig worden van eten dat mij voedt en ergens diep van binnen een warme, troostende hand om mijn hart legt. Noem het kinderlijk, naïef of misschien zelfs apart, voor mij betekent voedsel altijd, hoe woelig de baren ook bij tijd en wijle kunnen zijn, een geruststellend baken om op te navigeren. In dit jaargetijde zijn er heel veel gerechten die dat opbeurende en troostende in zich hebben. Allereerst de befaamde stoofpeertjes, maar ook gerechten als erwtensoep, rodekool met hachee en zelfgemaakte ragout, doen mij wegzwijmelen in een genotzuchtige roes.
Voor warme appeltjes uit de oven geldt eveneens dat ik als een klein kind voor het raampje van de oven sta te trappelen van ongeduld. Eenmaal in de oven ruikt opeens je hele huis naar appeltaart. Eenmaal afgekoeld smaakt het als appeltaart zonder deeg. Zoet en zacht, smeltend op je tong. Probeer wel de juiste appels te krijgen. De (helaas uitstervende) James Grieve is een uitstekende appel hiervoor, deze is alleen slecht verkrijgbaar. Goudrenet smelt te snel en de Jonagold blijft vaak te hard.
Warme appeltjes uit de oven
Ingrediënten (voor 4 personen)
125 g rozijnen
3 el bruine rum
rasp en sap van ½ citroen
50 g (riet)suiker
2 cm gember, fijngeraspt
kaneelpoeder, naar smaak
kruidnagelpoeder, naar smaak
4 friszure appels (bijvoorbeeld James Grieve of Cox’s)
40 g boter
Bereidingswijze:
Doe de rozijnen in een kommetje en schenk er de rum en 100 milliliter warm water over. Laat 15 minuten wellen.
Verwarm de oven voor op 200 °C. Boen de appels schoon, schil ze niet, maar boor de klokhuizen eruit.
Knijp de rozijnen uit, bewaar hierbij het weekwater, en meng er de citroenrasp en het -sap, de suiker en naar smaak gember, kaneel en kruidnagel door.
Vul de appelholtes met het rozijnenmengsel.
Zet de gevulde appels in een passende ovenschaal en leg op elk een kwart van de boter.
Schenk het weekwater van de rozijnen in de schaal en pof de appels 20-30 minuten in de oven, tot ze zacht en gaar, maar nog wel in vorm zijn.
Serveer de appeltjes warm, naar wens met een schep ijs of scheut vanillevla.
Bron: de Bijbel van de Nederlandse keuken – Janneke Vreugdenhil
0 reacties