Zuid-Afrika doet me altijd denken aan mijn vroegere pianoleraar. Ik was al aardig op leeftijd toen ik in een jolige bui het plan opvatte om een heuse piano te kopen en les te gaan nemen. G. voorzag hevig geteisterde trommelvliezen, uitzinnige buren en een vermogen aan weggegooid geld. In de muziekwinkel wees hij me nog met enige wanhoop in z’n stem op zo’n instabiel flut-keyboard. Dat was toch ook mooi om op te oefenen? Nou, mooi niet. Ik zag mezelf echt niet zitten als een mislukte kruisbestuiving tussen een lid van de Jostiband en de inmiddels beroemde Orgel Joke.
Lang verhaal kort: het werd uiteindelijk een August Förster, de pianolessen duurden vijf jaar in totaal en ja, het bleek uiteindelijk weggegooid geld. Veel verder dan een kinderlijk uitgevoerde versie van Für Elise kwam ik niet. Ondanks de ijlings aangeschafte metronoom, is het nooit goedgekomen met mijn maatgevoel. Aan de leraar heeft het vast niet gelegen, hij toverde de meest betoverende preludes uit het klavier.
Lang verhaal kort: het werd uiteindelijk een August Förster, de pianolessen duurden vijf jaar in totaal en ja, het bleek uiteindelijk weggegooid geld. Veel verder dan een kinderlijk uitgevoerde versie van Für Elise kwam ik niet. Ondanks de ijlings aangeschafte metronoom, is het nooit goedgekomen met mijn maatgevoel. Aan de leraar heeft het vast niet gelegen, hij toverde de meest betoverende preludes uit het klavier.
Waar was ik gebleven? O ja, Zuid-Afrika. Die pianoleraar had dus enige tijd in Zuid-Afrika gewoond. Daardoor had hij een grappig accent ontwikkeld. “Ons he meer jare in Suid-Afrika geleef” en “jy vergeet om te rus” sprak hij meermaals als ik bij het open nootje vrolijk doorspeelde. Mijn ogen registreerden het wel op de notenbalk, maar het werd via het neuronen-netwerk in het hoofd nooit soepel verstuurd naar de spieren van mijn vingers. Het bleef dan ook jarenlang tobben met al die verschillende tempi. Tot ik op een kwade dag het bijltje er definitief bij neergooide, met als gevolg dat de buren direct weer vriendelijk gingen groeten.
Veel meer associaties heb ik niet met het land van Nelson Mandela, ik ben er nooit geweest en zal er waarschijnlijk nooit komen ook. Met recepten daarentegen heb ik een heleboel connecties, ze mogen van mij overal ter wereld vandaan komen, liefst zo authentiek mogelijk. Of dit recept echt authentiek te noemen is, laat ik graag over aan degenen die er verstand van hebben. Vanwege de verwarmende kruiden vind ik deze soetkoekies een zeer smakelijk koekje, een beetje zoals de Nederlandse speculaas. Als je het deeg dun uitrolt, krijg je een knapperig resultaat, maar ik heb ze iets dikker gelaten, zodat de binnenkant een ietsepietsie chewy blijft.
Veel meer associaties heb ik niet met het land van Nelson Mandela, ik ben er nooit geweest en zal er waarschijnlijk nooit komen ook. Met recepten daarentegen heb ik een heleboel connecties, ze mogen van mij overal ter wereld vandaan komen, liefst zo authentiek mogelijk. Of dit recept echt authentiek te noemen is, laat ik graag over aan degenen die er verstand van hebben. Vanwege de verwarmende kruiden vind ik deze soetkoekies een zeer smakelijk koekje, een beetje zoals de Nederlandse speculaas. Als je het deeg dun uitrolt, krijg je een knapperig resultaat, maar ik heb ze iets dikker gelaten, zodat de binnenkant een ietsepietsie chewy blijft.
Soetkoekies recept voor Zuid-Afrikaanse koekjes
Ingrediënten: (voor 40-50 koekjes)
75 gr boter, op kamertemperatuur
125 gr donkerbruine basterdsuiker
1 tl kaneelpoeder
1 tl kaneelpoeder
½ tl gemalen anijszaad
¼ tl gemalen kruidnagel
¼ tl zout
½ ei, losgeklopt
50 ml port
250 gram bloem
50 gr amandelmeel
1½ tl bakpoeder
1½ tl bakpoeder
bloem, voor het werkblad
1 eiwit, losgeklopt
Doe de boter, basterdsuiker, het kaneelpoeder, anijszaad, de kruidnagel en het zout in een kom en meng door elkaar.
Meng het ei en de port erdoor en voeg tot slot de bloem, het amandelmeel en bakpoeder toe.
Kneed het tot een deeg, verpak het in plasticfolie en laat het minimaal 1 uur rusten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 175 °C (160 ˚C hetelucht) en bekleed een bakplaat met bakpapier.
Kneed het deeg kort door en rol het op een licht bebloemd werkblad uit tot een dikte van 3 millimeter.
Snijd het in rechthoekjes van 4 bij 6 centimeter en leg deze op de bakplaat.
Het deeg dat overblijft kun je opnieuw uitrollen.
Bestrijk het deeg met eiwit.
Snijd het in rechthoekjes van 4 bij 6 centimeter en leg deze op de bakplaat.
Het deeg dat overblijft kun je opnieuw uitrollen.
Bestrijk het deeg met eiwit.
Bak de soetkoekies 13-18 minuten en laat ze afkoelen op een rooster.
Bron: De Koekjesbijbel – Rutger van den Broek
0 reacties