Middenin het Zeeuwse, culinaire landschap begon er enige tijd geleden, volledig uit het niets, een nieuw pareltje te groeien. Iets meer dan een jaar later heeft het pareltje van weleer zich ontpopt tot een glanzende parel van formaat. Ik heb het over Restaurant Meliefste in Wolphaartsdijk. In het voormalige Veerhuis aan het Wolphaartsdijkse Veer begonnen Thijs en Anuschka Meliefste hun droom: een eigen restaurant.
Thijs heeft als sous-chef ervaring opgedaan bij Katseveer en Het Gebaar in Antwerpen. Zijn inspiratiebron is Moeder Aarde. In zijn gerechten komt dit overduidelijk naar voren. Met lokale producten probeert de chef een reflectie neer te zetten van de natuur. Anushka is zijn vriendelijke rechterhand, die op haar eigen ongedwongen wijze waakt over een correcte afhandeling van de bediening.
Restaurant Meliefste Wolphaartsdijk heeft uitzicht op de jachthaven van het Veerse Meer. Nu is het er rustig, maar dat beeld zal in de zomer waarschijnlijk flink veranderen. Eén wand wordt gevuld door een lange, bronskleurige bank, de bijbehorende tafeltjes hiervan zijn ongedekt. Alle tafels aan de voor- en raamkant zijn wel gedekt en hoewel het op dit middaguur niet volledig bezet is, heerst er een gezellige drukte. Een mooie leistenen vloer brengt rust in het interieur. De rieten stoelen, hoewel voorzien van comfortabele kussentjes, zitten niet echt fijn. Er wordt gevraagd of we trek hebben in een cocktail vooraf. We kiezen de alcoholvrije variant, bestaande uit een mengeling van citrusvruchten, welke uitstekend smaakt.
Restaurant Meliefste te Wolphaartsdijk
We beginnen met maar liefst vier (!) amuses. Wat een verwennerij die ons ten deel valt hier. Ik had gerekend op een prima maaltijd, maar om op deze manier je visitekaartje af te geven, leg je je gasten meteen wel héél erg in de watten. Geheel in aansluiting op Thijs’ gedachtengoed verschijnt een houten schaal gevuld met mos (tillandsia misschien?), waarop tussen de stenen diverse ogenschijnlijk knoestige takjes liggen. Door een attente jongeman worden ons de eetbare gedeelten aangewezen. Het blijken stammetjes van de schorseneer te zijn. Heerlijk zacht en zoet van smaak. Erbij wordt een kommetje met auberginesaus geserveerd. Het tweede mondvermaakje is zo mogelijk nog origineler: tussen houtskoolblokjes en twijgjes liggen “kooltjes” van gesouffleerd brood met een crèmevulling van oude Goudse kaas en whisky. Lekker!
Dan volgt een crème van paling tussen twee superkrokant gebakken kippenhuidjes. Opnieuw een smakelijke combinatie. Opvallend veel bite hier in alles ook en dat bevalt me altijd enorm. Ik ben geen mens voor babyvoer.
Volledig overdonderd door zoveel culinair spektakel, arriveert de vierde amuse op tafel. Een klein hoorntje van dun filodeeg, gevuld met kweeperengelei, daarop een dun laagje kippenlevercrème wat wordt afgedekt met een ferme laag diep-oranje foreleitjes. Als ik er voorzichtig in bijt, spatten de zilte eitjes uiteen, meteen gevolgd door de ijzerachtige smaak van lever en de zoete gelei eronder. Een meesterlijke vondst. Zo lekker eet je ze niet vaak.
Intussen is er knapperig desembrood met gerookte boter gebracht, evenals een door mij gekozen fles Sancerre Daniel Crochet 2014. Die lijkt in eerste instantie fijn mineralig, maar blijkt gaandeweg de gerechten toch een dominant zuurtje te ontwikkelen. Jammer.
Voorgerechten
Het eerste voorgerecht wordt gebracht door een lid van de witte brigade. Persoonlijk vind ik dat altijd erg leuk. De keuken ziet voor wie zij hun best staan te doen en als gast krijg je een beeld van de mens achter de gerechten. Op een mooi, aardebruin bord ligt een platte oester, omgeven door een transparante gelei van zeewater, omgeven door groene toetsen van erwt, takjes dille en gefermenteerde appelwortel. Vanuit een kannetje wordt het geheel overdekt met een schuim van wei. In gedachten proef ik de ingrediënten en mijn gedachten worden waar gemaakt. De zilte glibberigheid van de oester met de gelei tegen mijn gehemelte, de frisheid van de kruiden en de appelwortel: in één woord goddelijk.
Het tweede voorgerecht, je zou het een soepje kunnen noemen, zijn reepjes gebakken sepia (zeekat) in een krachtige bouillon van gekaramelliseerde ui, toegedekt met een werkelijk vederlicht velletje pasta. De sepia is heerlijk mals gebleven en in de bouillon herken ik een groot palet aan ui-achtige smaakjes, met bovendien héél in de verte iets van vlees. Om daar dan een velletje pasta aan toe te voegen, geeft een perfecte beleving in je mond.
Tussengerecht
Inmiddels zijn we toe aan het tussengerecht. Dit is een licht gebakken filetje van tongschar. Eronder een duxelles van paddenstoelen, ernaast romanesco en zoetzure uitjes. Als decoratie een lente-ui, die helaas net niet beetgaar genoeg is, en wat schattige bloemetjes. Een bijzondere versie van beurre blanc, nl. een gerookte soort, wordt erbij geschonken.
Het visje is perfect en heerlijk van smaak, vooral in combinatie met de beurre blanc. Omdat ik geen geweldige liefhebber ben van zuur, detoneren de uitjes wat mij betreft een klein beetje, maar ik ben ervan overtuigd dat het voor anderen de ideale combinatie is. Al met al een prima gerecht. Fris, licht, aards …. nee, zees zou het moeten heten.
Hoofdgerecht
Als hoofdgerecht voor mij op de vel gebakken skrei met toetsen van biet. Druppels van vinaigrette op basis van biet ernaast. De cuisson van de vis is werkelijk grandioos te noemen. Bijna doorschijnend. Als visliefhebster kom ik in dit restaurant volledig aan mijn trekken. Hier weet men liefdevol met visjes om te gaan. Het blijft oppassen met vis. Te ver doorgegaard ligt altijd op de loer.
G. heeft gekozen voor de gelakte boerderij-eend, die ook door biet wordt vergezeld, tezamen met een crème van bloedworst en gefermenteerde look. De “lak” op de eend had wat geprononceerder mogen zijn wat hem betreft, maar de smaken zijn prima in orde.
Intussen zijn de buikjes al aardig vol aan het raken. De keuken heeft echter nog meer lekkers in petto.
Dessert
Het dessert bestaat uit componenten van abrikoos. In het midden een rolletje bavarois of in ieder geval iets wat daarop lijkt. Voor bavarois lijkt het een beetje te stevig. Daar omheen druppels kweeperengelei en honing. Erbij een bolletje fris citroenijs. Het geheel is royaal bestrooid met een poeder uit witte chocolade. Fluwelig zoet en filmische rinse smaken smeken om de beurt om aandacht.
We sluiten af met espresso en verse muntthee, waarbij niet alleen een verfijnde truffel van witte chocolade met bolusvulling verschijnt, maar tevens een donkerlila macaron met de kruidige smaak van zwarte bessen. Niet veel later verschijnt er opnieuw een lid van de keukenbrigade met een mini-uitvoering van de befaamde Vlaamse smoutebollen en heerlijk luchtige financiers. Hoewel ik denk dat er niets meer bij kan, blijk ik toch geen weerstand te kunnen bieden aan de appetijtelijk uitziende smoutebolletjes. Ik eet hem helemaal op, zo lekker luchtig en warm is deze. Telkens wanneer ik in de toekomst een oliebollenkraam zal passeren en nooit iets durf te nemen uit angst een vette, kleffe bol in mijn handen gedrukt te krijgen, zal ik terugdenken aan deze weergaloze bolletjes.
Uitermate tevreden, eigenlijk min of meer overdonderd door de genoten culinaire hoogstandjes, verlaten we even na vieren restaurant Meliefste, maar niet nadat we de chef onze complimenten overgebracht hebben. “Als we volgende keer komen, is die eerste ster er?”, opper ik. Thijs’ antwoord is bescheiden. “We zullen zien. Het zou leuk zijn, maar uiteindelijk kook ik toch vooral om mijn gasten te zien genieten. Zoals u.” Waarna we toch echt het pand verlaten. Voldaan en blij met Zeelands nieuwste aanwinst.
Om te onthouden en om te bezoeken dus, dank!
Een aanrader van de bovenste plank, Carla. Het was lang geleden dat ik me zo heb laten verrassen.