De alledaagsheid van het leven wordt vaak opgeleukt door de (veelal Zeeuwse) krenten in de pap. Met enige gretigheid kan ik me er uren mee bezig houden. Met die krenten op te peuzelen dus. Het zoeken ernaar gaat heel wat keren moeizamer en kan me mateloos ongeduldig maken. Om niet te zeggen wanhopig. Teveel dagen zonder krenten verandert het leven, dat zich toch merentijds manifesteert als een klucht met teveel open- en dichtgaande deuren, in een tenenkrommende tragedie.
Tijdens het tanden poetsen vanmorgen wist ik gelukkig al dat ik vandaag in ieder geval één krent zou vinden, namelijk het invullen van de jaarlijkse belastingaangifte. Voor velen een onoverkomelijk struikelblok, voor mij elk jaar opnieuw een bron van vermaak. Een ontspannend tijdverdrijf. Geen idee welke voorouder verantwoordelijk is voor deze afwijking trouwens. Ooit leerde ik van een bevriende accountant accuraat te zijn, liefst braafjes tot op de cent, maar tegelijkertijd ook alles uit de kast te halen als het gaat om aftrekposten. Kijk, dat maakt het invullen pas echt leuk.
En hoewel de blauwe envelop met de verguisde invulformulieren inmiddels vervangen is door een digitale versie, kan ik me nog steeds genoegzaam achter de pc zetten, omringd door stapels papier, die de Bd zelf graag als “bewijs” kwalificeert, teneinde in te loggen met mijn DigiD.
Het invullen vordert gestaag en rond vieren is de klus der klussen geklaard. In mijn brein heeft zich intussen het uitproberen van een nieuw vegetarisch recept vastgezet. Inspiratie hiervoor ontstond tijdens het lezen van Vlees noch Vis van Estée Strooker. De krenten maken plaats voor witte bonen. Ook lekker, maar anders. Plotseling zie ik echter, na grondige bestudering van het beschrevene, allerhande toevoegingen die ik niet zinvol vind.
Ik begin weg te strepen. Als een visionair probeer ik de smaken op mijn tong te proeven. Wat nou mash maken …. ik wil geen babyfood, ik wil bonen zien, structuur op het bord. En die broodcroutons met kaas, wat zouden die toevoegen aan dit gerecht? Uiteindelijk eindig ik met nog slechts drie ingrediënten uit het oorspronkelijke recept en één onderdeel dat ik er als onmisbaar bij verzin: uitgebakken spek.
Normaal gesproken gebruik ik gedroogde bonen van het merk Sabarot die ik de avond voor gebruik in de week zet, maar vandaag maak ik deel uit van de Orde der Gemakkelijke Huisvrouwen en gebruik een pot. Wel van een goed merk.
Ingrediënten:
pot witte bonen, goed afgespoeld en uitgelekt
1/2 bol knoflook
1 prei, in ringetjes
1/2 citroen, het sap ervan
120 gr ontbijtspek in plakjes
Bereidingswijze:
Begin met het poffen van de knoflook.
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Snijd de bovenkant van de bol knoflook eraf en leg de bol op een stuk aluminiumfolie.
Besprenkel met 2 eetl olijfolie, pak de bol goed in en pof in circa 30 minuten in de oven.
Bak het spek uit en leg de plakjes op keukenpapier om uit te lekken.
Bak in dezelfde pan de prei tot hij zacht en gaar is.
Voeg nu de witte bonen toe, het citroensap en zoveel knoflook als je wenst. Je kunt de zachte teentjes heel gemakkelijk uit hun velletje duwen.
Verkruimel het spek erover en warm alles nog even goed door.
Als bijgerecht aten wij er een frisse salade bij met rucola en kerstomaatjes. Armeluiskost, jazeker. Niets mis mee. Het voedt, het is gezond en ook nog eens gemakkelijk te bereiden. Die oesters met champagne nuttig ik gewoon zodra de jongens en meisjes van de Bd hun vrijgevigheid hebben tentoongespreid. Het grote wachten is begonnen!
Vanaf volgend jaar doe ik mijn aangifte ook weer zelf. Dan is er ook geen bal meer aan want alles is op voorhand ingevuld.
Wel heel goed de vooraf ingevulde gegevens controleren, hoor! Er zitten nog al eens foutjes in. En ja, die aftrekposten vullen ze natuurlijk niet vooraf in!