Vandaag wil ik eens uit een totaal ander vaatje tappen dan het gebruikelijke Eetplezier. Specifieker nog: uit het snoeppotje van de farmaceutische industrie. Zelf mag ik mij wel een grootverbruiker noemen van het pastelkleurige snoepgoed uit de vitrines van Big Pharma. Het is vaak totaal niet lekker – noem het gerust ronduit vies – en ik zou het ook liefst helemaal uit mijn dagelijkse menu schrappen, alleen angst weerhoudt me ervan. Wat als mijn LDL-cholesterol opnieuw torenhoge waardes bereikt? Hoe zal mijn hart reageren als ik de mij voorgeschreven bètablokkers achter de struiken kieper? Tot welke hoogte gaat mijn bloeddruk stijgen zonder ACE-remmer?
Zoveel vragen, die ook de (althans: mijn) artsen meestal niet adequaat kunnen beantwoorden. Ook zij zitten vast aan protocollen, waar ze zich maar al te graag aan vastklampen. Het vergt namelijk nogal wat lef om af te durven wijken van de geëffende paden en patiënten te onderwerpen aan niet-medicamenteuze behandelwijzen, door veel mensen ook wel gezien als experimenteel.
Inmiddels heb ik me aardig weten te verdiepen in de in’s en out’s van de meeste medicamenten, in ieder geval in die groepen die ik zelf slik: statines, bloedverdunners, bloeddrukverlagers en bètablokkers. De hoop om er met mijn behandelaar een zinvol gesprek over te kunnen voeren, en zodoende een volledig overzicht te verkrijgen van alle alternatieven, heb ik in de loop der jaren opgegeven. Ook zij staan onder invloed van de gigantische lobby die door de farmaceutische industrie wereldwijd wordt gevoerd, waardoor het vrijwel onmogelijk is geworden objectieve voorlichting te geven. Ik kan het ze onmogelijk kwalijk nemen.
De hoogste tijd voor wat meer onderbouwde documentatie! Ik las Het Pillenprobleem van auteur Dick Bijl. Hij is oud-huisarts en epidemioloog met speciale interesse in farmaco-epidemiologie en clinical trials. In 1995 werd hij redacteur van het Geneesmiddelenbulletin en in 2005 werd hij er hoofdredacteur tot juli 2017. Iemand waarvan je kennis van zaken kunt verwachten op het gebied van farmacie dus. Bovendien ontdaan van alle verstrengelingen met deze wereldomvattende industrie. De eerste vragen die hij zich stelde alvorens hij dit boek begon te schrijven zijn:
– ishet wel nodig en verstandig dat zoveel mensen zoveel medicijnen gebruiken?
– wat zijn de bewijzen voor de werkzaamheid van die middelen en waar kan ik ze lezen?
– wat is werkelijk bekend over de bijwerkingen?
– hebben de gebruikers van al die medicijnen wel daadwerkelijk baat bij de middelen?
De duistere wereld van Big Pharma
Om te beginnen bij het begin: de wereld van Big Pharma is voor de gemiddelde consument/gebruiker duister en absoluut niet transparant. De farmaceutische industrie is er alles aan gelegen om zoveel mogelijk van hun bedrijfscultuur mooier te tonen dan het in werkelijkheid is. Ze claimen dat zij de enigen zijn die nieuwe medicijnen ontwikkelen en dat zij – hoe nobel klinkt dat – begaan zijn met de gezondheid van de burgers. Dat is de façade die zijn in de loop der jaren hebben weten op te bouwen, maar een beetje kritisch persoon prikt daar snel doorheen. Zoals zoveel zaken in de maatschappij draait het ook bij de farmacie om geld: winstmaximalisatie ten gunste van zichzelf en hun aandeelhouders.
Voor wie nog in de naïeve veronderstelling leeft dat nieuwe medicijnen worden ontwikkeld door die bedrijven: ik wil ik je wel uit de droom helpen. Het zijn vaak de gedreven wetenschappers van universitaire centra en de bio-technologiebedrijven die zich hierin gespecialiseerd hebben. Als het middel aanslaat en in de trials veelbelovende resultaten laat zien, verkopen zij het aan de farmaceutische industrie. Tegen kapitale bedragen uiteraard. Binnen zo’n bedrijf wordt het middel verder doorontwikkeld en uiteindelijk op de markt gebracht, al dan niet met wisselend succes. Veel hangt af namelijk af van een strategisch uitgezette lobby. In de praktijk zijn artsen/behandelaars best gevoelig voor een persoonlijk promotiepraatje, met name wanneer een dergelijk gesprek vergezeld gaat van zgn premium relatiegeschenken.
Kunnen wij de onderzoeksresultaten vertrouwen?
Belangrijk punt is ook de betrouwbaarheid van de onderzoeksresultaten, voorafgaand aan de lancering van nieuwe farmaceutische middelen. Dick Bijl stelt dat deze meestal een vertekend en te positief beeld geven van het onderhavige product. In fase III van dergelijke onderzoeken wordt namelijk een zo homogeen mogelijke groep patiënten (met zoveel mogelijk dezelfde kenmerken en eigenschappen, vaak jonge volwassen blanke mannen) ingezet. Uitgesloten zijn vrijwel altijd kinderen, zwangere vrouwen en ouderen in dit fase III-onderzoek. Hetzelfde geldt voor mensen met andere aandoeningen (comorbiditeit) en personen die andere medicijnen gebruiken (comedicatie). Hierdoor zijn de resultaten meestal niet erg representatief te noemen.
En hoewel dergelijke onderzoeksresultaten ook nog voorgelegd worden aan onafhankelijke registratieautoriteiten zoals het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen en het EMA (European Medicines Agency) zou er eigenlijk een verplichting dienen te komen voor standaard gerandomiseerde dubbelblinde onderzoeken. Alleen daarmee kan vastgesteld worden welke behandeling gemiddeld gezien het beste werkt.
Een ander heikel punt vormen de enorme hoeveelheden pijnstillers die over de toonbank gaan. De lobby voor dit type geneesmiddel is buitenproportioneel. Niemand wil pijn, iedereen wil het leven dat hij/zij normaal gewend is, voort kunnen zetten zonder ongemakken. Een paracetamolletje of acht per dag is volgens de medici volledig verantwoord. En als deze onvoldoende effect blijken te hebben, stapt men moeiteloos over op de zgn NSAID’s (niet-steroïde anti-inflammatoire middelen). Ook deze middelen zijn voor de consument zonder recept verkrijgbaar bij drogist of supermarkt. Voorbeelden hiervan zijn diclofenac en naproxen. Gemakshalve lijkt het erop alsof we willen vergeten dat deze middelen soms ernstige bijwerkingen hebben, zoals maag- en darmbloedingen, welke in incidentele gevallen zelfs fataal kunnen zijn.
Ook in ziekenhuizen wordt een no-pain beleid gevoerd. Na ingrijpende behandelingen krijgt men hoge doses pijnstillende middelen. Waarom men dit doet, is simpel te beantwoorden. Elk ziekenhuis is verplicht te rapporteren hoeveel pijn patiënten gemiddeld na een behandeling hebben. Daar worden ze op afgerekend (lees: hoe beter je scores hoe meer sterren je verdient, dus hoe vaker mensen met klachten voor desbetreffend ziekenhuis zullen kiezen). Je kunt echter alleen een goede score behalen als je je patiënten veel pijnstillers geeft. Did I say more?
Verslavende pijnstillers
Erger is dat het helaas niet blijft bij deze onschuldige middelen. De verkoop van verslavende pijnstillers zoals oxycodon is al jaren een lucratieve business. De agressieve manier waarop pijnstillers met opiaten in de markt worden gezet is afkeurenswaardig. Ze zijn zwaar verslavend en juist dat punt wordt te vaak verzwegen. Alleen al in de Verenigde Staten stierven de afgelopen decennia honderdduizenden mensen door het gebruik van zware pijnstillers en raakten miljoenen eraan verslaafd. In 1996 bracht het geneesmiddelenconcern Purdue Pharma het opioïde Oxycontin op de markt en het werd al snel een verkoopsucces.
Hoe kon het ook anders? De farmaceut prees het middel namelijk aan voor de meest alledaagse kwaaltjes. Hoofdpijn? Lage rugpijn? Neem Oxycontin. Al in 1997 wist het bedrijf dat mensen er verslaafd aan raakten, wat in een groot aantal gevallen leidde tot ontwrichting van mensenlevens en soms zelfs tot de dood. Desondanks ging de lobby en de verkoop gewoon door. In 2020 is een megaschikking getroffen met Purdue Pharma, maar de gewiekste eigenaren zagen de bui al hangen en hadden hun kapitaal al veilig gesteld. Inmiddels is het bedrijf failliet verklaard.
Genoemde verslavingsproblematiek door het gebruik van pijnstillers valt niet alleen de farmaceuten aan te rekenen: ook toezichthouders falen en artsen, die massaal en te makkelijk pijnstillers voorschrijven. (Noot van mezelf: ik ken mensen die dit middel dagelijks slikken, terwijl zij naar mijn idee meer gebaat zijn bij andere vormen van pijnbestrijding). In dit soort gevallen overschaduwt de schade door bijwerkingen het nuttig effect. Kortom: het middel doet meer kwaad dan goed. Het zelfherstellend vermogen van het menselijk lichaam is groter dan wij soms vermoeden en af en toe kan dit een gunstig natuurlijk beloop van de aandoening betekenen. Zelfs zonder enige vorm van medicatie.
In feite is de relatie tussen wetenschap beoefenen en zakendoen onhoudbaar. Vanwege de verwevenheid wringt en schuurt het aan alle kanten. De tijdgeest van vandaag dringt zich bovendien verder op: het leven moet maakbaar blijven. Dus rekt men de criteria voor het stellen van een diagnose steeds verder op. Tegenwoordig is het heel gebruikelijk om als arts te spreken over pre-hypertensie (het stadium ver vóór daadwerkelijke verhoogde bloeddruk). Bij familiaire hypercholesterolemi (verhoogde cholesterolwaarden) wordt er ook al snel overgegaan op een preventieve behandeling met medicijnen. Gedegen wetenschappelijke onderzoeken ontbreken, er is vaak geen enkel bewijs dat in een dergelijk voorstadium de prognose voor de mens op lange termijn verbetert. Zeker is wel dat het bijdraagt aan het verhogen van de winstcijfers van de farmaceutische producenten.
Conclusie Het Pillenprobleem door Dick Bijl
Mijn conclusie na het lezen van dit boek: een aanrader voor iedereen die met een kritische blik kijkt naar onze gezondheidszorg. Voor iedereen die klakkeloos vertrouwt op hun behandelaars en zich rustig laat welgevallen wat de artsen hen voorschrijven, zal dit boek een wake-up call betekenen. Persoonlijk juich ik de moed om verfoeilijke zaken aan de orde te stellen, enorm toe. Weg met vage, ondoorzichtige feiten, leve de transparantie. Met name wanneer onze eigen gezondheid in het geding is, hoort er niets verdoezeld te worden en hebben we recht op objectieve, onafhankelijke informatie. Dit boek draagt daar zeker een steentje aan bij.
Gelukkig brengt ons de farmaceutische industrie, naast bovengenoemde negatieve kanten, ook veel voordelen. Deze dienen zeker niet onbelicht te blijven. Anti-biotica zijn een absolute zegen voor de mensheid, mits ze niet voor ieder wissewasje worden ingezet. Hetzelfde geldt voor virusremmers, insuline-preparaten, corticosteroïden, luchtwegverwijders en cytostatica. Hoeveel onnodig lijden zou er niet bestaan zonder deze middelen? Dus bekijk het zoals zoveel in het leven: blijf kritisch waar het kan, wees tevreden met wat je hebt.
Prima artikel Nell. Ook ik slik braaf wat mijn huisarts me voorschrijft, voor dezelfde reden als jij.
Dank, Myriam. Soms heb je niet te kiezen en moeten we blij zijn dat er medicijnen bestaan. Toch blijf ik altijd kritisch op wat ik slik en probeer het tot een minimum te beperken.
Helder stuk. Al mijn bezwaren van Big Pharma worden in dit artikel stuk voor stuk genoemd en duidelijk beschreven. Fijn dat je dit boek onder de aandacht brengt. Ook ik blijf altijd alert op wat mij voorgeschreven wordt en streef er naar dat het gebruik tijdelijk is, mits dat mogelijk is.
Fijn om te horen dat het geschrevene helder is en aansluit bij jouw eigen waarnemingen. Was iedereen maar zo secuur in de inname van hun medicatie als jij (en ik) dan zou de farmacie niet zo waanzinnig veel geld verdienen. Dank voor je aardige reactie, Marianne.