Bijna waren G. en ik beland in een zo door Youp verguisde situatie. Burgerlijk-truttig. Zo van: pompoenen voor de deur en uni-sex fietskleding. Bijna, zeg ik, want vijf minuutjes tekort aan tijd heeft ons weten te redden van wat wellicht ons meest hilarische uitje ooit geworden zou zijn. Wat ging er aan vooraf? Tijdens een dubieus moment van wat men vakantie-verveling zou kunnen noemen, ben ik op zoek naar wat andere verstrooiing dan de gebruikelijke. Ja, roep ik, tijdens een rondje googlen, laten we dat doen: met een rondvaartboot zeehondjes gaan kijken op de Oosterschelde. G. is meer een type van doe-maar-gewoon en reageert dus direct wildenthousiast.
Gelukkig is moeders wil wet. Ik bekijk de afvaarttijden en de juiste plaats. Dan begint eindelijk de zon door te breken. Positief punt uiteraard. Het wordt weldadig warm op ons terrasje achter de duinen. Dus doezelen wij nog even weg onder de natuurlijke hoogtezon en treuzelen daarna veel te lang met het beslissen of we a) met de auto naar de afvaartplaats zouden rijden of b) met de fiets.
Als we er eenmaal uit zijn dat het veuls te warm in de auto is en dat we wel gek leken om daar nu in te gaan zitten, hebben we nog exact 45 minuten om op de plek van bestemming te geraken. Dat lijkt lang. Maar is het niet als ze de Meeldijk opnieuw lijken te hebben uitgerold. Meters langer is hij geworden. Zo lang dat we nog net de achtersteven van de boot het haventje uit zien laveren. Duidelijk gevalletje van “de boot gemist”.
Niets aan het handje, prevelt G., ze varen tot eind oktober. Denk ik daarbij een vilein lachje om zijn lippen te zien of is dat verbeelding? Wat ik in ieder geval niet kan missen, is de Oosterschelde die zich voor me uitstrekt. Schitterlichtjes op een diepblauw laken van water met op de achtergrond de pijlers van de Oosterscheldekering. Het is één van mijn vele favoriete Zeeuwse plekjes in Zeeland (hieronder volgen er nog drie). Een verkoelend briesje maakt het extra aangenaam, zodat G. en ik de boottocht omdopen tot een fietstocht. Niet óp de Oosterschelde, dan maar er langs. Geen zeehonden gezien, wel veel (zee)mensen. Allemaal genietend van dat zoute blauw van het Zeeuws Nationaal Park.
Favoriete Zeeuwse plekjes
Oosterscheldekering
Nauwelijks is het gevaar van de zee beteugeld, de herinnering aan de afschuwelijke stormvloed van 1953 nog lang niet uitgewist, of de stormvloedkering in de Oosterschelde is getransformeerd tot attractie. Het voormalige werkeiland Neeltje Jans is nu een park waar je een zeehondenshow kunt zien, een zee-aquarium, walvisexpo of orkaanmachine kunt bezoeken. De stormvloedkering zelf is ook van binnen te bezichtigen, om te aanschouwen met welke kracht het water erdoorheen jaagt. Veel indrukwekkender kan de strijd tussen mens en water niet worden vormgegeven.
Over een lengte van 3 kilometer houden 65 betonnen pijlers 62 schuiven vast en wanneer het water meer dan drie meter boven NAP dreigt te komen, gaan die schuiven dicht. Het klinkt zo simpel, maar er kwam zo ontzettend veel bij kijken dat de gehele klus uiteindelijk 2,5 miljard euro heeft gekost. In het expositiecentrum is te zien hoeveel huzarenstukjes er tijdens dit gigantische bouwwerk, moesten worden uitgevoerd. Eén pijler die als reserve werd gehouden, staat nog bij Neeltje Jans, zo hoog als een flatgebouw, en is omgetoverd tot een klimwand.
Locatie: Tussen Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland. Midden op de kering ligt voormalig werkeiland Neeltje Jans met bovengenoemde attracties.
Plompe Toren Burghsluis
Volgens de legende is het de wraak van een zeemeermin die de ondergang van het dorpje Coudekerke inluidde. Toen de kerk in de 14 eeuw werd gebouwd, lag het dorp nog 4 km uit de kust. In 1581 verdween het grotendeels in de golven. Wat rest is de toren, die nog altijd aan de dijk staat en is ingericht als informatiepost en uitkijkpunt. De omliggende gebieden zijn nu rust- en foerageergebied voor talloze vogelsoorten. De Plompe Toren is ook een geliefd vertrekpunt voor duikers.
Locatie: ca 15 km ten westen van Zierikzee, waar de Koudekerkseweg uitkomt op de Plompe Torenweg.
Nehalenniatempel Colijnsplaat
Nehallenia was in de Romeinse tijd de godin die de vissers en zeelieden moest beschermen. Het eiland Noord-Beveland, waarop Colijnplaat gelegen is, heeft in de loop der eeuwen heel wat strijd moeten leveren tegen het water. Ooit verzwolg de Oosterschelde de havenstad Ganuenta, vlak voor de kust van Colijnsplaat. Hier moet ooit de oorspronkelijke tempel gestaan hebben. Met opgeviste restanten als basis verscheen in 2005 een fonkelnieuwe tempel die gewijd is aan Nehalennia. Er worden soms kleine exposities in gehouden. Het gebouw behelst vier bij vier meter en wordt omringd door een zuilengalerij
Locatie: jachthaven Colijnsplaat
Dreischor
De kern van het dorp Dreischor op Schouwen-Duiveland is rond. Omringd door een gracht ligt de kerk in het midden op een klein, groen eilandje. De drie omdijkte schorren, waar het dorp zijn naam aan ontleent, vormden tot 1374 een eiland. Het mooie ringdorp is beschermd dorpsgezicht en dat is niet in de laatste plaats te danken aan de inwoners. Hun gezamenlijke inspanning leverde in 2000 de titel “Groenste dorp van Nederland” op en een jaar later werd Dreischor zelfs uitgeroepen tot groenste dorp van Europa. Kleine huisjes met verzorgde tuintjes aan kromme straatjes. Ook een bezoek aan het Rana natuurpark, onderdeel van Het Groene Kikkertje aan de Wellegweg 35a, is de moeite waar dan waard.
Locatie: 5 km ten noordoosten van Zierikzee
0 reacties
Trackbacks/Pingbacks