Zondagmiddag 14.15 uur. Bij 100% NL mompelt – voor de derde keer vandaag – Frank Boeijen zijn Kronenburg Park. Ik heb nooit één woord begrepen van deze cryptische tekst Ga die wereld uit. Eén seconde en rij snel door die wereld uit. En vraag niet naar de weg, want iedereen is de weg kwijt. Wie het snapt, mag het zeggen.
Buiten is het winderig en fris. Voldoende tijd om lang achter de laptop door te brengen. Stiekem zet ik de thermostaat een half graadje hoger, want na drie weken opvliegende hittegolven, begin ik kenmerken te vertonen van een diepgevroren mummie.
Direct na het inschakelen van mijn trouwe HaPeetje dienen er zich drie mailtjes aan, die ik per omgaande beantwoord. Leuk, een uitnodiging voor een etentje erbij! Mijn bank wijst me erop dat ik alert moet zijn op indringers en op het Feestboek is het een lawaai van jewelste. Iedereen wil zo lang mogelijk bovenaan de lijst blijven staan.
Ik surf van blog naar site. Van krant naar platform. En juist als ik denk alles wel gezien te hebben voor vandaag, kom ik bij Dagelijkse Kost terecht. Voor wie het niet kent: een Vlaams programma met de übergezellige chef Jeroen Meus als aan-elkaar-prater-en-koker. Met in mijn achterhoofd een restant van de aubergines met krokante korst voor vanavond (blog volgt nog), zoek ik iets voor erbij. Iets met aardappel misschien. Aardappel-cupcakes zie ik staan. Ha, dat is grappig! Ik snel naar de koelkast. Geen chorizo in huis. Ook geen geitenkaas trouwens. Exit cupcakes.
Vijf regels lager lees ik aardappelpannenkoekjes. Die dan maar? Tja, is zo gewoon eigenlijk. Alledaags bijna. Maar omdat ik al weken zin heb in Kaiserscharrn en er nog steeds niet toe gekomen ben om het te maken, besluit ik toch voor deze hartige pannenkoek te gaan. Raggmunk noemen ze dit in Zweden. Rösti in Zwitserland.
Hindernis nr 1: geen enkel pak melk meer te vinden in huize Eetplezier. Owowowow. How now? Het pak yoghurt biedt uitkomst. Uit voorzichtigheid leng ik het aan met water. Altijd gemakkelijk als je een voorraad van alles in huis hebt *schudt hoofd en denkt na over haar verlept organsatietalent*.
Hindernis nr. 2: achter de loeihete koekenpan hervat mevrouw Opvlieger haar bezoekjes. Met een rood hoofd bak ik driftig verder. Ik begin stilletjes aan te lijken op een overspannen koekenbakster.
Hindernis nr. 3: blij dat het bakproces ten einde is, schuif ik aan tafel. Het fototoestel ligt achter me. Niemand die daar aan denkt. Maakt ook niet uit eigenlijk, want het zou toch niet in mijn vermogen gelegen hebben om van aardappelpannenkoekjes iets appetijtelijks te maken. Althans, niet op de foto. In het eggie zijn ze best lekker. De rauwe aardappel is op deze manier verrassend snel gaar. Het is ook niet zo’n gedoe met omdraaien als bij de echte rösti. Maar eigenzinnig als ik ben, doe ik er een volgende keer wel wat kruiden door.
Aardappelpannenkoekjes
Ingrediënten (4 personen)
800 g loskokende aardappelen (liefst oude, deze bevatten meer zetmeel)
90 g patisseriebloem
1 ei
3 dl melk
een klont boter
peper/zout
Bereidingswijze:
Weeg de ingrediënten voor de Zweedse aardappelpannenkoekjes zorgvuldig af.
Neem een mengschaal en doe er de bloem in. Schenk er de melk bij en voeg het ei toe. Meng het beslag glad met de garde.
Schil de loskokende aardappelen en rasp ze fijn. Gebruik bij voorkeur oudere aardappelen, omdat deze knollen extra veel zetmeel bevatten.
Doe de geraspte aardappelen in het beslag, voeg een snuif zout toe en meng alles voorzichtig met een vork.
Zet een grote braadpan of koekenpan op een matig vuur. Smelt er een klont boter in.
Schep per pannenkoekje één volle vork van het beslag met aardappel in de pan. Druk het hoopje even aan tot een egaal koekje. Bak meteen meerdere pannenkoekjes goudbruin in één beurt.
Gebruik een kleine spatel en draai ze na één tot twee minuten om. Laat de pannenkoekjes verder bakken op een zacht vuur totdat ook de binnenkant gaar is. Controleer het resultaat. (De randjes zijn een stuk sneller gaar en krokant.)
Bron: Dagelijkse Kost – Jeroen Meus
:D.. Dank voor de glimlach, wederom!
Vinniklief om dat te zeggen, Elize!
Het kwam op mij ook een tikkie oldskool over, maar zoveel is er niet mis met ons verleden.
Nell.. Jij kunt dus blijkbaar Frank Boeijen verstaan! Dat vind ik echt zo knap van je.
Klinkt lekker, maar nog veel te veel werk. Gewoon raspen (zelfs niet schillen) goed afdrogen en dan snel de pan in met wat olie en boter. En waarom willen ze dan bij jou niet omdraaien in die pan..?
Overigens kook ik best ’s een Jeroen Meus. Inderdaad, hij brengt het zo gezellig.
Anna
Nou, Anna, om eerlijk te zijn heb ik de tekst van Kronenburg Park gegoogeld. Het is echt niet te verstaan. Dan de ongeschilde, geraspte aardappelen die huppakee de pan in kunnen: daar is ervaring en koelbloedigheid voor nodig. Koel bloed, wat ik zeg. Het verhaal ken je inmiddels 🙂
Warm bloed… Echt Nell het klinkt heel bekend. De jaren van de opvliegers liggen achter me; door stress of een glas wijn (hoe jammer toch) wil ik er nog wel ’s een krijgen. Het gaat voorbij!
Anna