Daar zitten we dan, op het door ons in de winter zo veelvuldig bewierookte buitenverblijfje. Met torenhoog opgeklopte verwachtingen en een onbedwingbare trek in zonnestralen. Alles wat er is, blijkt windkracht bah te zijn.
Windkracht bah
Gazonnetje gemaaid, spinnenwebben geveegd. Asperges en een pinot blanc in de koelkast. Kortom: wij zijn er klaar voor. Laat die zomer maar beginnen! Daar denken ze daarboven kennelijk anders over. Om ons voor de zoveelste keer duidelijk te maken, wie er uiteindelijk de Echte Baas is, wordt er weliswaar voldoende zon naar beneden gezonden, maar tevens is ook de ventilator op standje windkracht zeven gezet. Als ik mijn neus buiten de deur durf te steken, word ik bijkans van het terras geblazen. Oef, snel terug naar binnen. Daar is het behaaglijk windstil. En lekker warm.
Ik ben een grote meid en weiger toe te geven aan mijn teleurstelling. Dus sorteer ik de bestekbak nog een keer, epileer ik mijn wenkbrauwen, haak een randje of twee aan mijn kippendoekje, update mijn foon, verwijder onnodige adressen, eet een bammetje, maar houd me toch voornamelijk bezig met naar buiten kijken. Je weet immers maar nooit: het omslaan van het weer kan plaatsvinden terwijl je één keer iets te lang met je ogen knippert. Na regen komt zonneschijn. Elke desillusie wordt gevolgd door vervulling. Ik blijf er handnekkig in geloven. In ieder geval zit ik er startklaar voor.
0 reacties
Trackbacks/Pingbacks