Maandag 24 februari. Een strakblauwe hemel en meer dan twaalf graden op de thermometer. Korte rokjesjagers nemen aarzelend hun plaats in op de haastig in gereedheid gebrachte terrasjes. De lucht is gevuld met de knisperende geur van een aanstormende lente. Alles en iedereen ontwaakt. Niks geen snertweer eigenlijk.
In huize Eetplezier wordt rond vijven de maaltijd voorbereid. En meteen ook maar voor morgen, gezien de overvolle agenda. Een éénpansmaaltijd. Misschien niet helemaal passend bij het huidige weerbeeld, maar in Nederland weet je het immers nooit. In minder dan een uur kan het stralende blauw omslaan in een somber grijs. Met druilerige regen. Spreek ik mezelf bemoedigend toe.
Ondertussen betreedt er iemand puffend de keuken, kijkt in de pan en daarna licht vertwijfeld naar mij. Zijn opgeheven vinger blijft hangen ergens tussen buik en voorhoofd. Kennelijk spreekt mijn strenge blik boekdelen.
Dinsdag 25 februari is er geen sprankje zon meer te bekennen. De wereld is behangen met een grauwsluier. Korte rokjes worden ingewisseld voor lange broeken. Alle terrassen bieden een troosteloze aanblik. Ik trek mijn sjaal wat strakker, terwijl ik de miezerregen tergend langzaam via mijn nek naar beneden voel lopen en spreek mezelf opnieuw bemoedigend toe. Zie je wel, ik ben zo gek nog niet. Dat gaat vanavond nog best aardig smaken, zo’n extra gevuld pannetje snert.
Vandaag een gesprek gevoerd over snert in de tropen al dan niet gecombineerd met nasi goreng…kortom snert kan altijd 🙂
Dan zijn we het daarover eens. Weer of geen weer, voor soep is altijd plaats. Ook al heeft deze het imago van ijspret en bevroren neuzen om zich heen hangen 🙂
Wat een heerlijke foto! Vorige week nog aan de bruinebonensoep en er staat nog snert in de vriezer. Hoogzomer hoeft het voor mij niet maar nu kan het nog makkelijk.