Men neme: een mens die als vleesverlater door het leven wil gaan, maar bij tijd en wijle ook bedroevend opportunistische trekjes vertoont, een middagje (Kerst)inkopen doen bij de Sligro en een recent aangeschafte slowcooker. Uitkomst: pulled pork. Dat klinkt sjiek en bijzonder, maar meer dan tot draadjes uiteen getrokken varkensvlees is het eigenlijk niet.
De oorsprong ervan ligt ergens in de zuidelijke staten van Amerika. Alwaar ze enorme stukken vlees op de bbq gewend zijn, overgoten met liters bbq-saus. Op de één of andere manier voel ik me daar niet toe aangetrokken. Noch de mega-porties, noch de Amerikaanse mentaliteit. Overdone. Alles. Iedereen. Toch dient een mens elk gerecht in zijn leven ten minste een keer geprobeerd te hebben en dus zette ik op een grijze zaterdagmorgen de slowcooker startklaar.
Omdat ik in dit soort dingen altijd een achteraanloper ben, had ik al diverse recepten voor pulled pork voorbij zien komen. Ik kies er eentje uit, waar ik het meeste vertrouwen in had, nl dat van de blog van de culinaire duizendpoot Esmée Scholte: Es’ Factory. Uit de ingrediëntenlijst van haar recept kan ik afleiden dat dit een zoet-zuur smaakje zal opleveren en kijk, daar houd ik van.
Pulled pork
Ingrediënten:
1 stuk procureur van circa 1 kilo
150 ml kippenbouillon
75 ml wijnazijn
2 theelepels (gerookte) paprikapoeder
2 uien, in grove stukken gesneden
4 tenen knoflook, grof gehakt
200 ml barbecuesaus of chillisaus
4 eetl bruine basterdsuiker
1 eetl mosterd
2 theel gedroogde tijm
1 eetl olijfolie
1 theel cayennepeper, meer of minder naar smaak
2 theel zout, meer of minder naar smaak
Bereidingswijze:
Meng alle ingrediënten, behalve het vlees, in een grote schaal en wentel het vlees er goed doorheen. Je kunt ook enkele inkepingen maken en de saus er goed in wrijven. Ik deed dat niet. Giet vervolgens de saus in de slowcooker in en leg het vlees erboven op. Zet de pan op stand High. Dan begint het grote wachten. Gemiddeld zo’n uurtje of 5 à 6. Draai het vlees af en toe even om. Als het vlees uit elkaar valt, is het goed. Haal het dan uit de slowcooker, drop het op een snijplank of plat bord en trek het met twee vorken uit elkaar. Leg het nu verkregen draadjesvlees nog even terug in de pan en meng het met de saus. Er zijn verschillende manier om het te eten, maar de meest traditionele wijze is toch wel op een vers, zacht broodje. Eventueel kun je het aanvullen met nog wat ijsbergsla, pickles of Amerikaanse coleslaw. Dat is dan meer voor de onontbeerlijke bite, want smaak heeft dit gerecht al meer dan genoeg. En o, op de foto is het vlees uit elkaar getrokken te zien, maar zonder de begeleidende saus. Die moet je er zelf even bij denken. Vlees met saus is bij voorbaat gedoemd te mislukken op een foto. Op mijn foto’s in ieder geval wel.
Deze blijft ook hier in huis favoriet!
Het kan me niet bekoren. Vlees op een broodje vind ik sowieso al raar (broodje biefstuk bijvoorbeeld, wij kennen dat niet in België), een hamburger niet te na gesproken, maar dat eet ik ook niet.