Het zijn barre tijden. Ik placht het te zeggen als er afspraken nagekomen dienen te worden, die niet voldoen aan het predikaat op eigener verzoek ofwel gezellig en leuk.
Eénmaal per jaar wil de optometrist de oogboldruk van mam controleren. Mam háát de witheid van ziekenhuizen en de dito personen die erin rondrennen. Zelf kan ik er ook weinig vrolijke elementen in ontdekken, dus zitten wij lijdzaam onze tijd uit te zitten, af en toe onderbroken door wat luchtig gekeuvel. Wachten in een ziekenhuis lijkt vele malen langer te duren dan wachten op je beurt bij de bakker. Waar het tenminste nog heerlijk ruikt en je jezelf kunt verlustigen aan de uitgestalde pepernoten en banketstaven.
Hoe dan ook: op barre-tijden-dagen verwennen we onszelf aan het eind van zo’n dag met een grote pan Troostvoedsel. Vanzelfsprekend staat een kind haar moeder in nood bij. Barre tijden zijn barre tijden en die deel je, evenals de gelukkige momenten.
Op het onmogelijke tijdstip van 09.30 dienden wij gisteren aan te treden bij de Mama inclusief de nodige mondvoorraad waar zij met haar 81 jaar liever niet meer zelf mee sjouwt (aardappelen, kool, appels) én het ultieme Troostvoedel voor die dag.
Daarvoor moesten we onze heenreis plannen via Yerseke. Het is slechts een kleine onderbreking en verser als hier kun je ze nergensnie vinden. Vier kilo mosselen reizen mee naar Brabant.
Als we na twee uur wachten, kamertje in, kamertje uit, met wazig zicht en prikogen de barre tijden uiteindelijk achter ons kunnen laten, is het inmiddels middag. Waarna we direct overgaan tot de leukere dingen des levens. Vooral niet meer denken nu aan de voorgestelde operatie. Het is nog niet zover.
Mosselen als troostvoer
Aan het eind van de middag zijn we eindelijk thuis en worden de mosselen, na de nodige hartversterkertjes, door G. professioneel gekookt. Naturel, met slechts wat ui, wortel en selderij. Geen sausjes, geen frieten. Alleen stokbrood met zelfgemaakte kruidenroomboter.
Wij zetten ons aan tafel, waar de grote pan mosselen als troostvoer al staat te dampen. We slurpen en smakken en kijken elkaar genietend aan. Wat zijn ze groot en lekker dit jaar! Mossel na mossel verdwijnt in onze hongerige magen. Tot we na een klein uur moeten vaststellen dat er geen mossel meer bij kan. Er is nog net plaats voor een dikke plak bosbessenijs, maar daarna is het dan toch echt uitbuiken geblazen.
Mam zit in haar roomwitte fauteuiltje louter tevredenheid uit te stralen. De koffie pruttelt, de televisie tovert haar favoriete programma op het scherm, haar buikje voelt heerlijk rond. De eerstkomende weken geen vervelende afspraken. Kind en schoonzoon in de nabijheid. Hoezo, barre tijden?
Ik krijg gewoon zin om met ‘de Mama’ en jou aan die tafel te zitten en mosselen te eten.
🙂