Soms is het ordinaire nieuwsgierigheid die me ertoe drijft boeken als deze te lezen. Ik heb weinig affiniteit met mensen die zo nodig hun meest private zielenroerselen prijs willen geven aan het ganse Nederlandse volk. En een fan van Karin Bloemen mag je me al helemaal niet noemen, aangezien haar stem, naar mijn mening, klinkt als een te strak aangespannen viool en haar excentrieke uitdossingen in mijn ogen niet meer dan potsierlijke aandachttrekkerij betreft.
Enfin, dat gezegd hebbende, ben ik toch aan dit autobiografische verhaal achter de vrouw Karin Bloemen begonnen. Waarbij ik me echter de eerste drie hoofdstukken opnieuw afvraag waarom een BN’er als zij haar ziel en zaligheid in vredesnaam bloot wil leggen in een boek. Hoe wreed het gebeurde het ook moge zijn, ik krijg mijn twijfelachtige gevoelens er niet bij opzij gezet. Is het de tanende populariteit, waardoor men zich gaat richten op nieuwe mogelijkheden om opnieuw in de schijnwerpers te komen?
Is het echt een onbedwingbare behoefte om je meest intieme momenten te delen met anderen, zodat de stenen op je maag wat minder zwaar gaan wegen? Dat laatste zou heel goed mogelijk kunnen zijn, aangezien de gebeurtenissen die plaatsvonden tijdens haar vroege kinderjaren hartverscheurend en meedogenloos zijn. Maar goed, dan nog denk ik dat een psychotherapeut meer helende zoden aan de traumatische dijk zal zetten, dan het schrijven van een boek.
Het verhaal. Karin Bloemen groeit op in het Noord-Hollandse Schagen, samen met haar biologische vader en moeder. Als haar ouders gaan scheiden verschijnt daar uit het niets Ben Kuijt, de beroepsfotograaf. Het is een zelfingenomen, autoritaire man, waar ze op aandringen van haar moeder papa tegen moet zeggen en wiens handen erg los zitten. Ofwel hij deelt er uit onverwachtse hoek een klap mee uit ofwel hij laat ze te lang rusten op een bovenbeen dat altijd aan een begerenswaardig en vrouwelijk bovenlijf toebehoort.
Vanaf het allereerste uur dat hij zich bij het gezin gevoegd heeft, gruwt Karin van de man. Ze is dan nog geen zeven jaar. Dan begint hij ook haar seksueel te benaderen, wat er uiteindelijk in resulteert dat ze van haar haar achtste tot vijftiende levensjaar misbruikt wordt door deze meedogenloze stiefvader. Ze schrijft daarover met een treffende openhartigheid, die veel gruwelijke details omvat. Hoe de man haar, buiten het zicht van haar moeder, dwingt om handelingen te verrichten waarvan ze kotsmisselijk wordt. Alleen door al haar zintuigen uit te schakelen, – hoe knap is dat voor een jong meisje? – heeft ze het complete circus aan weerzinwekkende daden weten te doorstaan.
Naast het betasten en later ook daadwerkelijke penetratie, maak hij kijkgaatjes in het plafond en de muren van haar slaapkamertje, zodat hij haar te allen tijde kan bespieden. Maar bovenal is er de onophoudelijke dreiging van fysieke mishandeling en intimidatie. Keer op keer misbruikt hij zijn ouderlijke macht om haar, na zijn zoveelste vergrijp, bang te maken en te overdonderen. “Dit is ons geheimpje, niets tegen mama vertellen” en “Jij vindt dit zelf ook fijn, ik zie het aan je”.
Juist het machtsmisbruik en de bijbehorende intimidatie zorgt ervoor dat jonge kinderen niets durven zeggen en de rest van hun leven gebukt gaan onder de loodzware last van seksueel misbruik en constante vernedering. Voor Karin Bloemen geldt hetzelfde. Ze bevriest, totale apathie overvalt haar als een man maar één vinger durft uit te steken. Ook het ogenschijnlijk simpele “nee” uitspreken op momenten dat iets haar niet bevalt, lukt haar niet. Of, zoals ze zelf zegt: “dat krijg je, als je “nee” je hele jeugd lang als iets onbelangrijks is afgedaan. Daardoor is mijn “nee” gecorrumpeerd”.
In 1985 doet ze, samen met haar moeder en haar zus, aangifte tegen Ben Kuijt. Er volgen meerdere rechtszaken. Pas bij het derde proces wordt ze door de rechter begrepen en in het gelijk gesteld. Dat laatste is enorm belangrijk voor álle slachtoffers van seksueel misbruik, stelt Karin nadrukkelijk aan het eind van haar verhaal. Alleen door erkenning en gerechtigheid is een periode van pijn en verdriet in meer of mindere mate af te sluiten. Om daarna – hopelijk – het leven te kunnen leiden waar een incestslachtoffer al die tijd naar op zoek is geweest: onvoorwaardelijke liefde in een omgeving vol veiligheid.
Het onderwerp is een ver-van-mijn-bed item. Nooit iets mee te maken gehad, nooit iemand ontmoet die seksueel misbruik aan den lijve heeft ondervonden. Dat neemt niet weg dat ik geen duidelijke voorstelling heb van de tragiek en de narigheid waarin een kind zich onder genoemde omstandigheden bevindt. Misbruik is walgelijk, ziekelijk en verwerpelijk. Degene die zich er schuldig aan maakt, dient wat mij betreft zonder enige vorm van compassie berecht en veroordeeld te worden.
Daarom wil ik, na het het lezen van dit hartverscheurende relaas, terugkomen op mijn woorden aan het begin van deze recensie. Waarom dit boek en geen psychotherapeut? Ik heb te vroeg geoordeeld, want vermoedelijk zal dit boek houvast kunnen bieden aan al die mensen die nu nog worstelen met de vraag of ze hun dader mogen of kunnen aangeven. Wellicht kennen ze niemand die dit ook heeft gedaan. Of zijn ze in de loop der jaren zo ernstig verstrikt geraakt in hun eigen gedachten, dat ze automatisch zijn gaan vergoelijken. Voor die groep mensen is dit verhaal van Karin Bloemen van onschatbare waarde. Opdat zij zich gesteund en gesterkt voelen, om daarna met opgeheven hoofd aangifte te gaan doen tegen de persoon die hun leven zo afschuwelijk heeft geruïneerd.
Ik heb het boek ook het gekocht.
Ben benieuwd wat jij van het boek vindt, Myriam. Ik ben er aan begonnen met de nodige scepsis, maar ben na het lezen overtuigd van de noodzaak van een dergelijk boek.
Nog even geduld. Ik ben nu bezig in Unorthodox.