Sommige dagen laten zich lezen als een krantenartikel met chocoladeletters in de Telegraaf: voorspelbaar en buitengewoon slaapverwekkend. Zo ook deze donderdag. Het is mamadag. Voordeel is wel dat ik er vroeg voor uit bed moet. Om 7.30 uur por ik G. venijnig in zijn zij. Hij dient altijd als eerste de badkamer onder te spetteren. Zo is de afspraak. Ik ben ook niet van plan om daar het volgende decennium iets aan te veranderen.
Mamadag dus. Inmiddels is ze de 87 gepasseerd en hoewel ze de regie over haar eigen leven en huishoudentje nog stevig in handen heeft, behoort een wandeling naar het centrum van haar woonplaats niet langer tot de mogelijkheden. Dus bestel ik al veel on-line voor haar. Dagcrème, kleding of vitaminenpreparaten, het zijn zaken die tegenwoordig met gemak zijn te selecteren vanaf het beeldscherm. En mam weet nu al exact de tijden te noemen waarop TNT en DHL bij haar aan gaan bellen. “Toch wel gemakkelijk”, oordeelt ze mild na een gewenningsperiode van anderhalf jaar.
Mam houdt van groen
Mam is dol op groen in haar appartementje. Veel planten, vooral orchideeën, en elke week een vers bloemetje bij pap’s foto. Dat laatste kan ik nog wel voor haar regelen via een bekende bloemist, maar planten kopen lukt niet on-line. Op mijn beeldscherm zie ik de meest kleurrijke, fantastisch bloeiende exemplaren, in de praktijk echter wordt er een zieltogende versie geleverd, nog nét weggetrokken van een bijna-dood-ervaring. Zo zijn er nog een aantal zaken die een mens wil zien/voelen, alvorens tot aankoop over te gaan. Dus reizen G. en ik om de paar weken af naar Brabant. Voor de boodschapjes, de noodzakelijke klusjes en het broodnodige praatje natuurlijk. De tevoren bereide maaltijdsoep wordt stevig en lekvrij ingepakt, de bammetjes voor onderweg gesmeerd en vrrrroem, daar gaan we.
Mam heeft ons de hoek al om zien komen rijden, aangezien de elektrische deur van de centrale hal reeds open zoeft. Geen tijd te verspillen, mam stapt direct in. Tijdens het wegrijden wijst ze ons op het vrijstaande huis aan de overkant. “Ze blijven maar bezig met de verbouwing, wat een troep toch”. Mam houdt van orde om zich heen. Een huis zonder ramen met een container in de tuin, hoort daar niet bij. Zo weet ze die middag nog een aantal feiten te memoreren. Nee, daar word ik niet gek van, ik begrijp dat. Muren luisteren nu eenmaal niet.
Het Groen-walhalla
Voor G. begint na een kwartiertje rijden het hoogtepunt van de dag. Tuincentra zijn echt zijn favoriete locaties om in te vertoeven. Ik sluit me daar volledig bij aan. Voor wie er zich geen griezelbeelden bij kan voorstellen: men verkoopt hier naast planten en bloemen ook een groot scala aan totaal overbodige materie. Vuurkorven en terrasverwarming. Legplannen voor kunstgras. Afzichtelijke waterornamenten. Bewegende tuinkabouters. En alsof deze poel van ellende niet genoeg is, gaat het complete outdoorgebeuren naadloos over in een overdekt binnenpretpark, volgestouwd met zogenaamd onmisbare accessoires. Altijd, wanneer ik dit groenparadijs betreed, trekken er miljoenen uren kinderarbeid aan mijn geestesoog voorbij.
Tijdens onze koffiepauze lijken alle lokale kindercrèches zich verzameld te hebben binnen het Tuincafé. Luidruchtig rennen ze voor en achter ons langs. Mam vindt het maar niks, zoveel lawaai. Zelf kan me opeens ook niet meer herinneren waarom ik De Luizenmoeder wel heel erg om te schateren vind. We besluiten op te stappen. Er moet tenslotte nog een kapotte TL-lamp verwisseld worden, de pluizenzeef van de wasmachine dient te worden schoongemaakt en alle nieuwe planten behoeven een plekje.
Weer thuis
Nadat alle karweitjes geklaard zijn, rommelt mam nog wat verder in haar keukentje. Want ja, zo met z’n drieën in huis, wordt het toch al snel redelijk chaotisch. Denkt ze. Ik laat haar even zichzelf zijn. Intussen zoeken mijn ogen naar pap, die in zijn zilveren lijstje prominent vooraan op de tv-kast staat. Zoals altijd zeg ik in gedachten: hoi pap. Hoe is het daar? En zoals altijd bijt ik mijn onderlip kapot. Mijn blik dwaalt verder. Naar de almaar uitdijende Yucca die zo vreselijk in de weg staat; de geborduurde schilderijtjes aan de wand, de muziekcassettes en de CD’tjes keurig op een rij. Het voelt allemaal zo vertrouwd, het is de omgeving waarin ik ben opgegroeid. Ik hoor een zucht ontsnappen. Zelfs na 20 jaar blijft het moeilijk mijn ouderlijk huis te bezoeken met daarin die ene, lege stoel.
Tegen vijf uur maakt mam plaats op de salontafel en verschijnt de wijn. Plus de sjippies. Aangevuld met nootjes. Niet dat ze het ooit zegt, maar in haar ogen lees ik hoe gezellig ze dit vindt. Borrelen, in gezelschap van maar liefst twee paar oren die naar haar luisteren. Ze gaat er eens goed voor zitten.
Dat de verzekeringspremie opnieuw verhoogd is en ze nu ook geen adviseur meer heeft, dat ze een cadeaucheque van de Poscodeloterij heeft ontvangen, waarmee ze een geurkaars kan ophalen bij Rituals, of ik ook gekeken heb naar De Slimste Mens en of ik het mannetje dat gewonnen heeft ook zo’n balletje vond en dat de krant weet te voorspellen dat februari erg koud gaat worden, maar dat ze dat helemaal niet graag wil, want hoe moet het dan met haar boodschapjes? En als er sneeuw ligt of wanneer het glad is, kunnen wij ook niet komen.
De moeder van Harrie Jekkers
Op die momenten moet ik altijd denken aan het liedje van Harrie Jekkers waarin hij over zijn moeder zingt. Ook mijn mam is een sterke vrouw die haar diepste gevoelens niet snel zal uiten. Dat leer je vanzelf na enkele jaren schuilkelder en het onheilspellende geluid van V1’s die pal over je dak scheren. Met geboortejaar 1956 op mijn paspoort heb ik gelukkig de verschrikkingen van een oorlog nooit mee hoeven maken. Dit gegeven maakt dat ik me noch een zelfingenomen babyboomer, noch een individualistische millennial voel. Hoewel opgevoed en opgegroeid in vrijheid op alle fronten, mis ik kennelijk toch ook het vermogen om altijd uit te spreken wat ik voel.
Vier kleine woordjes, die zo veel kunnen betekenen voor degene die ze ontvangt, zo moeilijk kan het toch niet zijn? Op papier, ja, of via het toetsenbord, dat praat merkwaardigerwijs stukken gemakkelijker. Alsof het gezegde verpakt wordt in dikke lagen noppenfolie en verzonden wordt zonder afzender.
Desondanks geloof ik dat mam mijn respect en liefde voor haar tóch wel voelt. Bijvoorbeeld in de half uur durende telefoontjes die ik om de dag met haar pleeg; de eindeloze stroom bankafschriften die ik voor haar uitprint, het speuren naar on-line kortingscodes voor haar onafscheidelijke Chanel dagcrème of in al die mailtjes die ik namens haar stuur of in ontvangst neem van allerhande instanties, zoals de SVB, de apotheker, Mijn Overheid, het Waterschap en zo meer. Sorry, mam, ik ben een kind van jou, ik kan kennelijk niet anders.
Het gaat over van alles als ik met m’n moeder praat
Maar ze zal niet zo gauw zeggen waar het eigenlijk om gaat
Dat zegt ze wel tegen m’n vader in haar eentje bij dat graf
Sinds jij er niet meer bij bent is de lol er wel van af
Maar tegen mij zegt ze dat zelden, mijn moeder is een sterke vrouw
Ik zou nog wat vaker moeten zeggen dat ik heel veel van haar hou
Bron: “Mijn moeder” – Harrie Jekkers
Ontzettend mooi Nell, je hebt dat weer eens op jouw unieke fijne manier prachtig opgeschreven. Dank je wel.
En ik dank jou voor je waardering, Carla.
Vindt je het vreemd dat het mij ontroerde Nell? Mooi Nell, dank je wel.
Niets is vreemd, Anne. Het gekke is dat het mij zelf ook ontroert als ik over mijn moeder spreek en toch … als we bij elkaar zijn, praten we over koetjes en kalfjes. Ach, misschien hoort het leven wel zo te zijn.
Mooi Nell. En zo waar. Ik heb ook veel te weinig tegen mijn moeder gezegd dat ik van haar hield/hou. En omgekeerd. Maar ik wist het van haar en ik ga ervan uit dat zij het ook van mij wist. Jouw moeder weet het ook wel. Je bent zo zorgzaam, staat altijd voor haar klaar. Koester haar zo lang ze er nog is. Het voelt vaak zo eenzaam als ook je moeder er niet meer is.
Kan me goed voorstellen dat een moeder missen pijn doet. Dat zal het bij mij ook zeker gaan doen. Maar ik hoop dat mam nog lang bij ons mag blijven. Dank voor je lieve reactie!