Dat op deze 2e Kerstdag iedereen het weer even gehad heeft met zitten, eten, joviaal familiegedoe en gezellig doen, dat weten vooral de ondernemers die de woonboulevards in ons land exploiteren maar al te goed. Zij maken gretig gebruik van deze “uitbuikdag” om ons hun commerciële waar door de strot te duwen. Het is een volkomen onbenullig verzinsel, waar een deel van de bevolking met beide naïeve beentjes intuint.
Laten we eerlijk zijn: wie heeft er nu zin om op zo’n 2e Kerstdag in meterslange file te gaan staan? Of erger nog: de voor- en nadelen van een nieuwe bank te gaan bekijken? Om over de Zweedse handelsgigant in makkelijk-te-monteren-meubelen met zijn weergaloze (!) gehaktballetjes nog maar te zwijgen. Zelfs in mijn ergste nachtmerries weet ik er gelukkig nog vandaan te vluchten. Enfin, ieder zijn meug en het is Kerstmis, dus vrede op aard’ aan a-a-al-le mensen! Nu ik eenmaal behept ben met het cookiesvirus, kies ik er liever voor om, al is het op de valreep, deze kerstkransjes te gaan bakken. Ut ken nog net.
Kerstkransjes van Rutger van den Broek
Ingrediënten: (voor 60 tot 80 koekjes)
200 gr boter, op kamertemperatuur
160 gr witte basterdsuiker
½ citroen, rasp
¼ tl zout
1 eidooier, op kamertemperatuur
300 gr bloem
½ tl baking soda
1 ei, losgeklopt
100 gram amandelschaafsel
Bereidingswijze:
Doe de boter, basterdsuiker, citroenrasp en het zout in een kom en meng door elkaar. Meng de eidooier erdoor en voeg tot slot de bloem en baking soda toe.
Kneed alles tot een deeg, verpak het in plasticfolie en laat het minimaal 1 uur rusten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 170 °C (160˙ hete lucht) en bekleed een bakplaat met bakpapier.
Kneed het deeg kort door en rol het op een licht bebloemd werkblad uit tot een dikte van 4 millimeter.
Steek met een kerstkransjesuitsteker (of twee ronde uitstekers, waarbij je een kleinere gebruikt om het midden uit te steken) kransjes uit het deeg.
Het deeg dat overblijft kun je opnieuw uitrollen.
Leg de kransjes op de bakplaat, bestrijk ze met losgeklopt ei en bestrooi ze met amandel-schaafsel.
Bak de koekjes in 13-16 minuten tot ze licht goudbruin zijn. Laat ze afkoelen op een rooster.
Tip: In plaats van amandelschaafsel kun je de kransjes ook bestrooien met grove suiker of fijne parelsuiker.
Bron: Koekjesbijbel – Rutger van den Broek
0 reacties