Op één van die zonovergoten namiddagen van 2019, beweeg ik mij met een gelukzalig gevoel van vrijheid door het Zeeuwse landschap. Een voor het oog verborgen weggetje met aan beide zijden windhagen, geeft niet alleen een streekeigen accent aan deze route, maar tevens een behaaglijk gevoel van beschutting. Zeeland staat immers bekend om haar altijd aanwezige wind. Die kan, net als vandaag, heerlijk zwoel zijn. Kán, zeg ik, want vaker striemt diezelfde westelijke luchtstroom venijnig en onbarmhartig langs je nek of slaat kil en geselend op je schouders neer.
Vandaag echter zijn de weergoden mij goedgezind. Terwijl in de berm alleen de uitbundig bloeiende klaprozen en de verbleekte paardenbloemen een kalm en rustig walsje doen, beweeg ik mee in hun ritme. Zelfs de grassprieten lijken in een middagdutje verzonken. Het is stil om me heen. Zelfs de schapen op de dijk blijven roerloos liggen , terwijl ze me nakijken.
Dan prikkelt een bekende warm-kruidige geur mijn neusgaten: kamille. In gedachten zweef ik terug naar het jaar 1977, mijn wilde hippiejaren. Kralenkettingen, V-tekens, haarbanden. Wars van alles wat gevestigd of kapitalistisch lijkt te zijn, leef ik op wijn en idealen. En maak, omdat alles teruggebracht dient te worden naar pure essentie, mijn eigen shampoo. Iets met zeepvlokken en zeker een halve kilo bijeen gesprokkelde kamille, die langer dan 24 uur in een emmer water moest trekken om een soort extract te worden. Natuurlijk had ik destijds belangrijker zaken te doen, dan naar de klok te kijken. Het begrip tijdsbesef vond ik pas veel later uit. Toen was het watertje inmiddels veranderd in een troebele, met bubbels overdekte brij. Ik bespaar u de details van de onwelriekende geur die nog weken in mijn haardos is blijven hangen.
Kamille dus ofwel matricaria chamomilla. Een mooi, straalvormig wit bloempje met een heilzame werking op het menselijk lichaam. Van licht ontstekingsremmend tot ontsmettend; het zou daarnaast ook een licht ontspannend effect hebben op maag en darmen. Bovendien zouden keelpijn, hoest, verkoudheid, nervositeit, mondinfecties en huidklachten baat hebben bij een aftreksel van kamille.
Wat let vrouwtje Eetplezier dan om elke dag een kopje van deze geneeskrachtige kamillethee te drinken? Als onvervalste theeleut die bij tijd en wijle een daverende klaagzang aanvangt omdat het lijf niet doet wat zij wil, zou je verwachten dat dit bloemenmengsel standaard in haar assortiment theeën is terug te vinden. Niets is minder waar. Ik vind het ronduit af-schu-we-lijk vies! Alleen de lucht al doet me kokhalzen, terwijl ik toch echt op theegebied al heel veel de revue heb laten passeren. Iets uit het jaar 1977 heeft zich naar alle waarschijnlijkheid diep in mijn geheugen weten te nestelen. Een associatieve geur die nooit meer verdwijnt.
Opvallend is, dat wanneer ik in België ergens neerstrijk om de dorst te lessen, er steevast camomile naast de zwarte-, groene-, en fruitsmaaktheetjes staat. Dat kom ik in Nederland niet zo heel vaak tegen. Het is hier momenteel meer lemon, munt en gember dat de klok slaat. Dat maakt mij nieuwsgierig. Iemand een idee waarom kamillethee in Vlaanderen meer gemeengoed is dan in Holland? Is dit te vatten in een historische context? Hebben onze zuiderburen een andere smaak? Hechten zij minder waarde aan allopatische geneeskunst en meer aan genezing via bloemen- en plantenextracten?
Wie denkt er iets zinnigs over te kunnen zeggen, kan een reactie onder dit blog achterlaten. Ik zie jullie opmerkingen hierove riet belangstelling tegemoet.
Ik kan er niks zinnigs over zeggen, want ik hoef hem ook niet. Maurice drinkt het vaak en ook onze Kleine Man vindt het lekker.
En ik maar denken dat jij namens het voltallige Vlaamse volk mij zou gaan vertellen hoe het precies zat met die kamillethee .