O, wat houd ik van de nazomer! Indian summer, zoals ze tegenwoordig wel plegen te zeggen. De periode van het jaar waarop de klok net een tikkie langzamer lijkt te lopen. Verstilde beelden. Van nevelflarden die zich in de vroege morgen over dromerige velden vlijen. Van lange strengen hop die zich soepel omhoog weet te klauteren door de beukenboom. Het bleekblauw van uitgebloeide lavendel. Het fragiele sterven van de hortensia. In deze tijd van het jaar ervaar ik de atmosfeer als zacht en kalmerend. Vloeibaar bijna.
Een prima tijd om te reflecteren. Terug te kijken op een zomer vol hectiek. Ik had het idee dat deze zomer iedereen op vakantie wilde in Zeeland. Goed voor de toeristenbrache, minder voor de autochtone bevolking. Na een periode van veertig jaar huisvesting, durf ik me wel een beetje onder die laatstgenoemde groep te scharen. Inmiddels verblijf ik al dubbel zo lang in Zeeland als op mijn geboortegrond. Een vreemde gewaarwording.
Indian Summer
Maar goed, nu een gezapige rust wederom over de Zeeuwse akkers is neergedaald en de van oudsher bekende stilte zich in de hoge populieren heeft genesteld, wordt de wereld weer overzichtelijk. G. en ik genieten van de laatste, behaaglijke zonnestralen, daar ergens achter de duinen in ons houten hutje. Ontspannen in het kwadraat, is het credo. Vitaminen en reserves opdoen alvorens Heertje Herfst genadeloos toe gaat slaan. Rust en ruimte in overvloed. Seniorenvakantie. Noem het gerust zo, als je dat denkt.
Bij dit soort dagen hoort licht verteerbare kost. Ik maak een rijkgevulde tomaten-groentensaus. Zoete, volrijpe, biologische tomaten tot pulp gekookt en bergen groenten in dobbelsteentjes gesneden: uien, venkel, prei, champignons, wortel, broccoli en boontjes. Bakken in een ruime koekenpan met flink peper/zout, door de tomatensaus mengen, op smaak brengen met kruiderij (persoonlijk vind ik oregano en tijm (liefst verse) altijd erg lekker erdoor) en dan laten pruttelen. Deze saus lepel ik vervolgens over geroosterde aubergines à la Ottolenghi , waarvan ik eerst met een lepel het vruchtvlees heb los geschraapt van zijn velletje, om af te toppen met blokjes feta. Een bolletje rijst erbij. Smullen maar. En morgen? Morgen pluk ik gewoon weer een nieuwe dag.
Ja. Mag ik morgen de restjes komen eten?
Er zijn geen restjes. Maar als jij komt, maak ik een speciaal nieuw menuutje. Promised!