Toen ik een week geleden wilde gaan eten bij hostellerie Schuddebeurs, ging ik voor de Oosterscheldekreeft. Het menu, in 3, 4 of 5 gangen is bij elk aangesloten restaurant dezelfde prijs. Dat is mooi; de gerechten echter zijn overal verschillend.
Een “gewone” kreeft naturel kon de witte brigade van dit landelijk gelegen restaurant, mij niet leveren. Wel een in gerookte boter gewelde. Die dan maar tezamen met de bisque. Beide gerechten vielen tegen. Alhoewel de bisque vol met grote stukken kreeft zat, was de smaak ervan niet verfijnd genoeg. Bij het hoofdgerecht overheerste de smaak van de gerookte boter en de bijgeleverde asperges, erwtjes en lamsoren waren absoluut ongaar.
De wijn – een half flesje Sancerre – was super, maar ja, die had ik zelf uitgezocht. De bediening was ronduit houterig en weinig professioneel. Eerst was er de wiebelende tafel die nog waterpas gemaakt diende te worden met het beroemde bierviltje, daarna kwam de soep zonder brood en aan het tafeltje achter ons zag ik een veel te lauwe rose in een extra bad ijsblokjes verdwijnen.
Pluspunt: een uitgebreide theekaart. Jammer dan weer dat, wanneer ik kies voor de Orange Pekoe, moet toezien hoe de bediening de hele kaart moet doorworstelen om mij van mijn theetje te voorzien. Nee, er waren betere tijden in Schuddebeurs. Jammer, want het restaurant ligt er zo geweldig in dat idyllisch plekje tussen het Zeeuwse groen.
0 reacties