Soms heb ik de gave om me op één dag op diverse foute plekken te begeven. Ik begin al direct iets te merken ervan als ik het parfumpaleis binnentreed. “Wat gebruikt u ná het reinigen?”, vraagt het bloedmooie meisje met de weelderige haardos en de olijk zuurstokroze gestifte ducklipjes vanachter de toonbank aan me.
“Eh …”, begin ik aarzelend, niet goed wetend wat er na een gedegen schoonmaakbeurt van het gezicht nog meer zou moeten gebeuren. Onderhoudswerkzaamheden aan mijn gezichtshuid beginnen met het rijkelijk aanbrengen van dagcrème en eindigen met het zorgvuldig schoonmaken. Want hoe laat het ook is, hoeveel alcohol er ook heeft gevloeid, alvorens ik de echtelijke sponde betreed om het moede lijf ten ruste te leggen, reinig ik mijn gezicht grondig. Is me ooit zo geleerd door mam. Poriën raken niet alleen verstopt door make-up, maar tevens door luchtverontreiniging, sprak ze wijs. Mam’s huid ziet er nog tamelijk rimpelloos uit, ondanks haar 86 jaar, dus heb haar woorden ter harte genomen voor de rest van mijn leven.
Terug naar de winkel, alwaar ik mezelf buitengewoon streng moet toespreken om me niet per direct onzettend lelijk te gaan voelen. En dom. Ik voel me nooit op mijn gemak in dit soort winkels. Al die uitgestalde mooimakers slaan een fikse deuk in mijn wankele zelfvertrouwen. Alsof niets meer mag zijn wat het is. Een opgepimpt, maakbaar universum, gehuld in kruidige en bloemige geuren, dat is het.
Bovendien ben ik dit keer niet in mijn eigen woonplaats. Aldaar kan ik me nog enigszins vasthouden aan die ene verkoopmevrouw van mijn leeftijd, die er weliswaar ook strakgeplamuurd bij staat, maar die me altijd geruststellend aankijkt. Alsof het allemaal nog wel meevalt. Kijk, dat geeft hoop voor de toekomst.
Heel wat anders dan nu, waar het fotomodelletje in spé me nog steeds doordringend aankijkt. Crème wilde ik. Van die best wel dure anti-verouderingszalf. Die Japanse, ja. En reinigingsspul, hetzelfde merk. Verder niks. Waarom laat ik mij dan tóch een verzorgend serum voor de “rijpere huid” aansmeren? Voor ná het reinigen, benadrukt het betoverende schepsel. Diep ongelukkig en voorzien van een diepe frons, die om enorme hoeveelheden fillers schreeuwt, verlaat ik het pand.
Als ik weer buiten sta, zoek ik haastig G.’s gedaante. Om samen iets lekkers te gaan nuttigen. Ver weg van de plek des onheils. Omdat we buiten de stadsgrenzen zijn, heb ik vooraf internet geraadpleegd en bekeken waar we een beetje fatsoenlijk terecht zouden kunnen. Hoopvol begeven we ons op pad.
Foute plekken
De brasserie is gelegen aan de stadshaven en biedt een desolate indruk. Een terras zonder bloemen, slechts volgestouwd met onnozele tafeltjes en stoeltjes. Binnen is het niet veel beter. Een mix van onbestemde stijlen: houten balken, donkerbruine tafeltjes, een biervat, gecombineerd met moderne, witte lampen en glazen deuren. Het is half vier en hebben best trek, dus vragen we om de kleine kaart.
“Kannie”, zegt het meisje dat ons wel wil bedienen, maar eigenlijk alleen omdat het moet van haar baas. “Tussen half vier en vijf uur is de keuken gesloten”, zegt ze, totaal ongevoelig voor onze wit wegtrekkende bekkies. Dan maar een espresso en thee, veilige items, zou je zeggen. Niet hier. De espresso komt uit een niet goed doorgespoeld apparaat, waardoor de smaak van oude, achtergebleven koffie de smaak bepaalt. En thee van het merk Bradley past naar mijn mening uitstekend in een assortiment gedroogde grassen. Brrr, wat een ontzettend foute locatie! Het vervelende met foute plekken is dat je daar altijd pas achteraf achter komt.
Oost West, Thuis Best
Gelukkig is er altijd nog een huis. Mijn huis. Ons huis. Waar de keuken nooit gesloten is en er altijd wel een kok voorhanden is die zich beschikbaar stelt om een fatsoenlijke maaltijd te verzorgen. In de koelkast ontdek ik nog een restje heerlijke Normandische crème fraïche, wat spek, een overvloed aan allerhande groenten en in de vriezer liggen er standaard hompjes zelfgemaakt korstdeeg.
In de tijd dat dit kan ontdooien, is er tijd volop voor een goed glas wijn. Spek en groenten bak ik tussen twee slurpjes in. Drie uur later dan gepland kunnen G. en ik eindelijk onze knorrende magen vullen met een overheerlijke quiche. In plaats van jengelende muziek heerst er weldadige rust. De wijnkaart bestaat louter en alleen uit flesjes die me bekend voor komen. En hoewel de bediening in geen velden of wegen te bekennen is, voelen we ons uitermate senang op deze locatie. Home is where the heart is.
Wat een heerlijk stukje om te lezen en zo herkenbaar!
Thuis heb je soms nog het beste want in je koelkast en vriezer staan als je gaat zoeken soms nog best verrassende eetbare dingen.