Gisteren zat ik – geheel bij toeval – in de lounge van een bekend hotel in een Vlaamse hoofdstad. Deze lounge wordt tevens gebruikt als koffie- en theeruimte. Beetje ongezellige ruimte met zo’n in- en uitcheckbalie voor je snufferd, het geluid van rollende koffers en haastige personen. Gelukkig brengt de communicatie anno 2017 een oplossing. Niemand kijkt daadwerkelijk om zich heen.
Communicatie anno 2017
Terwijl ik daar van mijn Dilmah groene thee à la morocco zit te nippen en G. van zijn onafscheidelijke espresso, zie ik links van ons drie personen aan een tafeltje zitten, allen zonder aandacht voor elkaar. Wat ze dan wel doen? Uitvoerig op hun telefoon turen. Rechts leunt een mondaine jongedame, gekleed in een harig jasje, kort rokje en zwarte kaplaarzen, tegen de muur. Ze omklemt haar spierwitte I-phone als was het haar baby die afgepakt dreigt te worden. Met haar beide duimen tikt ze driftig op het scherm.
Ik weet niet wat ik me erbij moet voorstellen. Controleert ze of haar vlucht niet gecanceld is? Zegt ze haar vriendje definitief de wacht aan? Maakt ze alvast een afspraak voor haar volgende beautybehandeling? Allerlei scenario’s passeren mijn geestesoog. Oordelen. Vooroordelen. Ik weet het. Misschien informeert ze wel naar de gezondheid van haar jongste kind, nu mama genoodzaakt was een paar dagen het huiselijke nest te verlaten voor een zakelijke bijeenkomst.
De meeste verbazing wekt echter het tafeltje achter ons waar acht mannen omheen zitten. Jonge mannen. Gemiddelde leeftijd: 25. Acht personen. Zes telefoons. Twee personen voeren een normaal gesprek. Eén persoon heeft zijn telefoon aan een laptop hangen. Vanuit mijn ooghoeken – ik hoef er niets eens veel moeite voor te doen – ontdek ik een grafiek. Het gezicht van de jongeman drukt bezorgdheid uit. Met de beste wil van de wereld kan ik niet bedenken waar zijn ongerustheid vandaan komt. En als ik het niet begrijp, heeft het vaak iets met geld te maken.
Tijden veranderen
Maar goed, wat wil ik met dit alles nu eigenlijk zeggen? Dat de wereld zo veranderd is? Ach, dat is niets nieuws. Onze oma’s en opa’s verwonderden zich ook al over de veranderende tijdgeest. Dus nee, dat is het niet. Tijd vliegt vooruit en is niet terug te draaien. Gisteren is verleden, morgen is toekomst. That’s life.
Stoort het me dat we (wij) geen normaal (lees mondeling) contact meer hebben met elkaar? Ook niet, want zelf dobber ik lustig mee op de diverse social mediabootjes. En geheel niet tegen mijn zin, laat dat vooral duidelijk zijn. Soms zou ik zelfs willen dat internet ook in mijn jeugd al bestaansrecht had gehad.
Hoe we zonder internet leefden
Dan had ik niet dagenlang met spanning op de postbode hoeven te wachten, in de hoop dat hij een liefdeskaartje van mijn vriendje bij zich zou hebben. Het had me talloze bezoekjes aan de bibliotheek bespaard, als ik weer eens iets na wilde zoeken voor een scriptie. Want eerlijk is eerlijk: door de komst van internet ligt de volledige wereld, inclusief alle soorten van informatie, aan je voeten, nietwaar?
Maar als het allemaal geen afkeer van het nieuwerwetse is, wat is het dan wel dat je zo intrigeert, vrouwtje Eetplezier? Na enig gepieker ben ik er wel uit. Waarschijnlijk mis ik de ogen van de ander om te peilen hoe de emotionele vlag erbij hangt. Ogen weerspiegelen onderhuidse gevoelens en geven subtiele veranderingen weer. Zeg nou zelf: in een face-to-face gesprek heeft toch niemand emoticons nodig?
En juist die non-verbale signalen mis ik op de hedendaagse schermpjes. Zonder oogcontact geen levenslustige twinkel of opgetrokken wenkbrauw. Geen verwijde pupil die blijdschap toont. Nooit een glanzend oog dat onderliggende tranen verraadt. Maar wat ik toch vooral mis zijn die sterren die uit jouw ogen spatten en die mij het gevoel geven dat het voor jou écht belangrijk is wat ik vertel.
Misschien helpt het als we elkaar juist dát wat meer kenbaar maken in al onze mailtjes, app’jes, berichtjes en reacties. Of zoals we dat ten tijde van de lieve, grappige, ontroerende ansichtkaartjes zeiden: kleine moeite, groot gebaar!
0 reacties