G. houdt van kleine beestjes. Allemaal beestjes zing ik dan. Ze mogen ook allemaal op de foto van hem. Persoonlijk ben ik niet zo dol op al die roltong snuitkevers, zwartstip boktorren en moeraspendelzweefvliegen, maar eerlijkheidshalve kan ik niets anders dan erkennen dat ze er in close-up en sterk uitvergroot wel erg fascinerend uit zien. Nu ze reuzeninsecten zijn geworden, zijn opeens heel duidelijk te zien hun glanzende facetogen, de moorddadige steekwapens en hun fragiele vleugelschilden. Het maakt dus nogal verschil, zo’n glanzend stukje fotopapier dat niet zoemt of kriebelt en dus geen bultjes of allergische reacties kan veroorzaken. In feite is een vervelend bijtje, eenmaal vastgelegd op de gevoelige plaat, opeens een heel aaibaar diertje geworden. Hieronder een aantal voorbeelden.
Bastaardsatijnrups
Beestjes fotograferen, daar had ik het over. Toen wij vorig jaar de bastaardsatijnrups op een niet-fotogenieke plaats tegenkwamen, was het hoongelach niet van de lucht, toen ik G. waarschuwde zo’n beestje niet met blote handen te verplaatsen. Wat nou gevaarlijk? Een beetje vent gaat een gorilla te lijf. Enfin. U snapt wat ik dacht. Nu, juli 2015, hangen er in het Zeeuwse duinengebied, toevallig een domein waar ik in de zomer graag rondhang, overal waarschuwingsborden met hierop de mededeling het contact met deze linke jongens zoveel mogelijk te vermijden. U snapt opnieuw wat ik dacht. Gelukkig ben ik al lang geleden ingetreden tot de Orde der Wijze Vrouwen, dus deed ik nog een extra gebedje voor alle domme mannen.
Zelf ben ik meer een liefhebber van bloemetjes. Vooral de enigszins onbekende exemplaren, die te vinden zijn in de bermen of andersoortig ruig gebied. Het ongecultiveerde spul, zeg maar. Het Jakobskruiskruid is er zo één. Ik vind het een hartstikke gaaf plantje. In deze tijd van het jaar volop aanwezig op droge, zanderige gronden. Op zijn ranke stengels steekt het met zijn felgele straalbloempjes poëtisch af tegen een strakblauwe lucht.
Jakobskruiskruid is bijzonder giftig voor de meeste zoogdieren, waaronder ook de mens. Het bevat liefst zestien verschillende alkaloïden. Niet plukken dus! En al helemaal geen thee van zetten. Het grootste gevaar van dit kruid dat overal kan voorkomen waar ook gemaaid wordt, schuilt in de “verstopte” versie ervan in hooi en kuilvoer. Ongemerkt kunnen dieren dan toch het giftige kruid binnenkrijgen.
St. Jacobsvlinder
Met een beetje geluk vind je er tevens zijn contrastrijk gestreepte kostganger op: de zebrarups. Geel. Zwart. Geel. Zwart. Dit is de larve van de Sint-Jacobsvlinder. Een prachtig gedecoreerd beest, dat als halssieraad niet zou misstaan. Zijn felle geel duidt op giftigheid, zoals dat nu eenmaal in de natuur geregeld is: hoe feller de kleur, hoe giftiger vaak. Vanaf eind augustus trekt de rups zich terug in de zandgronden.
Na de verpopping komt dan in april de felrode sint-jacobsvlinder tevoorschijn. Omdat het een dagvlinder is, kun je hem regelmatig spotten. Bijvoorbeeld in de nabijheid van het Jakobskruiskruid, waarop zij haar eitjes afzet. De eitjes worden weer rupsen, verpoppen zich, worden vlinders. Waarmee de cirkel rond is.
Mooie foto’s. Je weet er duidelijk veel vanaf! 🙂
Valt echt wel mee hoor, Daantje! De meeste kennis komt gewoon uit een boekje. Maar dar kleine spul onder onze voeten is wel erg interessant om naar te kijken. En het is weer eens wat anders dan lekker eten
Hoe kleiner de beestjes, hoe minder enthousiast ik ben. Misschien zijn ze daarom op een foto ook niet zo “erg”, omdat ze wat uitvergroot worden….
zo ben ik bang voor grote dieren. Als kind werd ik in een circus bijna vertrapt door een kameel. Voor bereden paarden maak ik graag een omweggetje. Honden kunnen me echter niet groot genoeg zijn. Ik ben weg van trouwe lobbesen.
En weer zo’n leuk stukje, ik loop een beetje achter in blogland…..
Wat een mooie plaatjes maakt G. ik zou graag weten waarmee hij dat doet? Hier ook geen liefhebber van kleine onderkruipsels maar sinds de macro zijn intrede heeft gedaan is dat veranderd,, wat is de natuur toch prachtig! Ik was ook alleen van de bloemetjes maar ben nu ook van de bijtjes 😉 En ook weer wat geleerd, bedankt Nel en G.!
G. Heeft een Sigma 105 mm makrolens. Hij vindt hem zelf niet zo geweldig. Maar er komen toch mooie foto’s uit, vind ik zelf.
Grappig he, dat wanneer je oog hebt voor je omgeving er zoveel moois te zien is 🙂
Vorige week ging ik met een vriendin wandelen bij de Reeuwijkse plassen en daar stond een waarschuwingsbord voor een ratelslang.. voor haar een reden om slechts aan de hand huiverend door te willen lopen. Misschien ook een gebedje voor angstige dames? 😉
Vanaf nu kun je de Reeuwijkse Plassen weer gewoon betreden, Elize. Je vriendin ook. Dat wil zeggen: als ,mijn gebeden gehoord worden. Daar heb ik geen invloed op..
Een ratelslang is natuurlijk wel een geweldig beest om te fotograferen. Ik denk dat G daar zelfs blootsvoets op af zou gaan. Maar hij is dan ook een man, nietwaar :;-)
Laten we de heldhaftige fotografie maar aan hem overlaten inderdaad 😉 Waar ik met een gerust hart wandel aldaar vrees ik dat een al dan niet gehoord gebed voor de betreffende vriendin niet voldoende zal zijn 😉