Regen? Hoor ik dat nu goed? Zijn dat echt regendruppels die ik tegen de trottoirtegels omhoog hoor spetteren? Het is niet waar. Op deze spannende zaterdag, waarop Nederland zijn reputatie als voetbalnatie dient hoog te houden, gaat het allemaal heel anders dan gepland. Flinke plensbuien trekken na lange tijd van droogte over Zeeland. De bloemen zijn blij; ik iets minder. Mijn geplande buitenactiviteiten komen bovenaan op de bucket list. Wat nu?
Waar ieder ander geen moeite kent om vrije zaterdagen op te vullen, strekt dit begin van het weekend zich nu even verloren voor me uit. Met een lijf dat enige overeenkomsten vertoont met een wankele bouwval ben ik voor altijd vrijgesteld van sportactiviteiten. De zaterdagse boodschappen heb ik op vrijdag al binnen gehaald. Geen enkel stukje was- of strijkgoed in de mand. Er zijn artistieke lieden die op zulke momenten wonderbaarlijk mooie creaties weten te fabriceren Het is aan mij allemaal niet besteed. Laat mij een olifant tekenen en het wordt een fluitketel. Een eenvoudig te maken kussensloop wordt een XXL onderbroek. Zonder pijpen.
Gelukkig ben ik goeie maatjes met mijn koel- of provisiekast. Zij hebben altijd wel tijdverdrijvende elementen te bieden. Ik ga neuriënd aan de slag, met het prettige stemgeluid van Frits Spits op de achtergrond die zijn Taalstaat presenteert. Knutselen in de keuken en toveren met taal, het zijn toch eigenlijk wel de meest spraakmakende bezigheden in mijn bestaan. Ik hoor jullie denken.
Off we go dan maar. Oven op 180°. Biologische bietjes in alufolie wikkelen en hup de warmte in. Koken doe ik deze dieprode rakkers al jaren niet meer. Geroosterd in de oven zijn ze zó veel lekkerder. Dan is de grote basilicumplant aan de beurt. Gekocht voor € 1,20 bij mijn vaste Islamitische winkel. Ik ontdoe haar van dauwverse blaadjes, was ze en sla ze zorgvuldig droog in de slacentrifuge. Pijnboompitten in de koekenpan. Jullie snappen ondertussen wat het moet worden. (Les 1 voor elke beginnende schrijver: onderschat je lezers nooit). Pesto zonder kunstmatige toevoegingen dus. Basilicum, pijnboompitten, Parmezaanse kaas, knoflook, olijfolie. That’s it.
Als de bietjes na een uurtje ovenwarmte gaar zijn, wrijf ik met mijn vuurvaste handen snel het velletje eraf. Bosuitje. Appeltje. Augurkje. Hak, hak, hak. Lepeltje yoghurt en mayo, zout, peper, mosterd en citroen. Of zoals ouwe trouwe Cas zou zeggen: voilá, bietjessalade!
Lunchen doe ik met zelfgebakken broodjes (de Thuisbakkerij is op vrijdag actief), die ik besmeer met een restje auberginepuree en daarbovenop een ferme laag huisgemaakte tzatziki. Teveel knof, maar geen nood, ik hoef de deur niet uit zolang het regent. Rode bessen en wilde perziken na.
’s Middags is er culipost van Boska. Alles om homemade mozzarella te maken. Leuk! Vandaag komt er niet meer van, maar als ex-kaasmaakhulpvrouw ga ik het zeker proberen. Wel nog even die buffel zien te vangen. En zien te melken. Dat wordt nog een hele klus.
Als we aan het eind van de middag aan tafel zitten, loeren Man en ik met een zijdelingse blik naar België-Argentinie. Het andere oog is begerig gericht op de voortreffelijke rozemarijnaardappeltjes uit de oven, aangevuld met de bietjessalade. Nóóit met het bord op schoot eten, hoor ik mam in vaste overtuiging roepen. Wij houden er een stijve nek aan over. En een gedeukt loyaliteitsgevoel, want stiekem weg juich ik óók een beetje voor de buren.
Op de valreep van deze ietwat onbeduidende dag komt alles goed. Met een bloedstollende, nachtelijke happening. Temperament en sportief venijn gaan hand in daar in het verre Salvador. Middels onze kijkdozen ben ik er, samen met nog 7,5 miljoen medelanders, gewoon bij. Spanning en sensatie alom. Een mens zou er honger van krijgen. Maar omdat er na elven in huize Eetplezier niets meer geserveerd wordt dat tot verteringsproblemen zou kunnen leiden, ben ik genoodzaakt te gaan kluiven aan mezelf. Minuscule stukjes onderlip en vinger vinden een weg naar binnen. Mijn adrenalinespiegel stijgt tot boven het kookpunt en er ontwikkelen zich rookpluimen uit mijn oren. De tijd schrijdt o zo langzaam voort.
Om tien over half een voltrekt zich dan uiteindelijk de ontknoping. Tim krijgt een dikke, vette Krul onder zijn huiswerk. Goed gedaan, jochie. Terwijl het feestgedruis nagalmt in mijn oren, leg ik volledig gerustgesteld het doorgedraaide hoofd te ruste. Een minzaam glimlachje speelt om mijn mond. Dit is Nederland ten voeten uit. Veel regen en toch niet nat. Olé.
Olé! 🙂
Ik zeg het ook nog een keer (zolang het nog mag) olé!
Weer een heel leuk stukje Nell.
Dank, Myriam
Geweldige tip dat roosteren! Stom dat ik daar nooit aan gedacht heb, want dat is ook bij piepers en wortels en alle wortelgewassen veel lekkerder. Ga het snel uitproberen met de bieten!
Het roosteren van bieten is niet uitgevonden door mezelf hoor Clarien. , Ik heb het ook maar weer overgenomen van de échte meesters zoals bijv. Ottolenghi. Maar fijn dat ik je op een idee gebracht heb 😉