Boek staat tot schrijven als foodblog staat tot eten. Zo is het. Zonder eten is er niets. Geen leven ook vooral.
En toch zijn er niet elke dag vermeldenswaardige zaken te melden. Of brengt het leven je plotseling op totaal andere plaatsen dan in de keuken. Plaatsen die, naast al het kostelijke, smakelijke, verrukkelijke, appetijtelijke en zalige dat ik graag deel met jullie, zo bijzonder zijn dat ik ze jullie niet wil onthouden.
Gisteren was ik in Lourdes. Het was er winderig en ondanks de acht graden die Piet Paulusma ons beloofd had, verrekte koud. Ik zag de grot waarin Maria verscheen en was vol verwondering dat ik haar nooit eerder gezien had daar. Er was een robuust hek en een glazen deur. Eigenzinnig als altijd voelde ik aan het hek. Met veel gepiep en geknars ging het open. Zo ook de deur. Eenmaal binnen deed ik, zoals het een goed katholiek opgevoed meisje betaamt, een cent in het offerblok en stak een kaarsje aan. Opdat er overal ter wereld voldoende te eten mag zijn. Een wens die waarschijnlijk in het rijke Roomse leven prominenter aanwezig is dan in welk ander geloof dan ook. Panem nostrum quotidianum da nobis hodie. Of zoiets.
Dankzij de supersnelle Thalys was ik ’s avonds ruimschoots op tijd thuis voor de avondmaaltijd. Alwaar er een geslaagde variatie op de beroemde melanzane parmigiana gereed stond. Met gebakken aubergine, tomatensaus, paprika, wortel en rijkelijk belegd met feta. Niet geheel authentiek, maar wel ér-rúg lekker. Nadat ik twee porties met smaak verorberd had, likte ik mijn vork nog eens grondig af en kreeg bijkans een onbedwingbare neiging om met gevouwen handen een Weesgegroetje te prevelen. Exact zoals pakweg veertig geleden in alle Katholieke gezinnen vóór en na de maaltijd de gewoonte was. Dat niemand kon verstaan wat je precies in je gebedje uitsprak, deed niet ter zake. De bedoeling erachter was duidelijk: bedanken voor de ons toebedeelde overvloed.
Er diende overigens voor nóg een heleboel dingen gebeden te worden. Voor de zaligheid der overledenen, om schuld te belijden voor zondig gedrag en vooral ook om alle noden en behoeften van de hulpeloze medemens te ledigen. Het zou ons stuk voor stuk schaapjes maken die een warm welkom in het hiernamaals te wachten stond. Dat we in ruil daarvoor vrijdags geen vlees mochten eten en veertig dagen voorafgaand aan Pasen als kind elk snoepje in een trommeltje moesten bewaren, laat ik gemakshalve maar even buiten beschouwing. (ja, jullie horen het goed, mijn cynisme voert hier de boventoon).
Terug naar het heden. Ik mag niet liegen van meneer kapelaan. Natuurlijk was ik niet echt in Lourdes. Maar zeg nu zelf: zie jij de verschillen op de foto? Deze plaatjes zijn geschoten in Heinkenszand, op zo’n 10 kilometer van mijn woonplaats. Hoewel ik er talloze malen langs moet zijn gereden met de auto, werd mijn bewustzijn pas echt geprikkeld door er een artikel over te lezen in een boekje met interessante Zeeuwse plekjes. Een mens kan kennelijk blind zijn voor allerhande zaken die voor het oprapen liggen.
Voor iedereen die na dit triviale geneuzel met een vertwijfeld gevoel blijft zitten: waar blijft nu in naam van Maria het recept van die heilige melanzane parmigiana? Nou, kijk, ik doe het al vele jaren op mijn eigen manier, maar als je er echt een culinair verantwoorde draai aan wilt geven, maak het dan zoals Janneke Vreugdenhil het doet in haar laatste boek I ♥ groente. Succes gegarandeerd! Noot: in de winter kun je bijna geen smakelijke tomaten kopen, gebruik dan gewoon de beste tomaten uit blik die je krijgen kunt.
Melanzane Parmigiana
Ingrediënten: (voor 2 personen)
750 g tomaten, in kwarten
1 ui, grofgesneden
een flinke handvol verse basilicumblaadjes
2 el olijfolie
2 aubergines, in lange plakken
extra vergine olijfolie
100 g provolone (of mozzarella), in plakjes
2 hardgekookte eieren, gepeld en in plakjes
75 g Parmezaanse kaas, geraspt
Bereidingswijze:
Doe de tomaten, ui en de helft van de basilicum in een pan, voeg 100 ml water toe, breng aan de kook en laat op laag vuur, afgedekt, 15 minuten koken.
Werk de tomaten door een roerzeef.
Doe terug in de pan en laat op hoog vuur, al roerend, nog 5 minuten koken zodat de saus een beetje indikt.
De bedoeling is dat je ongeveer 400 ml saus overhoudt.
Maak op smaak met 1 eetlepel olijfolie, zout en versgemalen peper.
Verhit een grillpan en rooster de aubergineplakken tot ze aan beide kanten een donker streeppatroon vertonen.
Als alle aubergineplakken gegrild zijn, meng je er 1 eetlepel olijfolie en wat zout en peper door.
Verwarm de oven op 180 graden.
Schenk een laagje tomatensaus over de bodem van een ingevette ovenschaal (met een diameter van ongeveer 18 x 24 cm).
Verdeel hierover een deel van de aubergineplakken.
Verdeel er vervolgens een deel van de provolone, plakjes ei en de rest van de basilicum over en bestrooi met een deel van de parmezaan.
Dek af met een tweede laag tomatensaus, waarop je weer een laag aubergines legt enzovoort. Net als bij lasagne.
Zorg dat de bovenste laag uit tomatensaus bestaat en bestrooi die royaal met Parmezaanse kaas.
Bak het gerecht ongeveer een half uur in de oven.
Serveer lauwwarm of op kamertemperatuur.
Bron: I ♥ groente – Janneke Vreugdenhil
Wij deden ons gebedje vóór het eten. Waren wij dan toch heidenen? 😉
Nee, dat geloof ik niet, Antoinette. Volgens mij heb jij alles in je om later – véél later – heilig verklaard te worden.
Maar misschien eisen de jaren hun tol en zie ik beelden die niet kloppen met de werkelijkheid. Of misschien kom ik gewoon uit een bijzonder gezin 😉
:-D!!
Ik bid nog maar gauw een paar rozenkransjes, ave Nell!
Je had me echt met je Lourdes verhaal, goedgelovig gansje ben ik.
Zelf gereformeerd opgevoed, maar meer dan verplicht bidden (tussen je handen door gluren) voor/na het eten was er niet. En toen ik klein was naar de kerk, was eigenlijk meer een leuk uitstapje. Zag je al je klasgenootjes.
Bij ons om de hoek (Heiloo) is schijnt ook een heus bedevaartsoord te zijn, met Heilig water enzo. Altijd welkom!