Voor wie het nog niet wist: ansjovis zit niet alleen in een blikje of potje met flink veel zout. Deze kleine visjes zijn een korte periode per jaar ook vers te verkrijgen in ons eigen land. Verse ansjovis. Verbaasd? Toegegeven, je moet de adresjes weten, je geduld wordt vaak op de proef gesteld en in het meest slechte scenario kun je direct onverrichterzake terug op ‘uus an. Dan is óf het weer te slecht geweest, óf de visjes lieten zich niet vangen die dag óf alle liefhebbers in de directe omgeving zijn er al met de buit vandoor. Op=Op heet dat in de moderne marketingstrategie.
Waar zwemmen die beestjes dan eigenlijk? Ga nu niet meteen je hengel uit de schuur halen, want de kans dat je ze vangt is bijzonder klein. De visjes zoeken in de paaitijd lekker warm water op. De Oosterschelde is daarvoor een ideale plek, omdat er geen zoetwater binnenstroomt. Een ideale plek om hun eitjes af te zetten. Tussen eind april en eind juli is het daar op bepaalde plaatsen in de Oosterschelde dan ook een drukte van belang met ansjovisjes. Je zou denken: een makkie om te vangen. Fout!
Om deze visjes te pakken te krijgen, dien je te beschikken over een soort van fuik in een V-vormige constructie. Daarnaast kan het handig zijn ook iets te weten over ondiep water, weerhout, vleuken en nog meer van dat soort vaktechnische zaken. Snel vis of geld binnenhalen is er niet bij, aangezien het vangen zeer arbeidsintensief is en de opbrengst erg wisselvallig. Dit heeft te maken met de temperatuurverdeling in het water en met het gedrag van de ansjovis.
Kortom: het is eigenlijk best een ingewikkelde materie, deze zgn. “weervisserij“. In het zuidwesten van Brabant, in Bergen op Zoom om precies te zijn, hebben een aantal families zich er van oudsher in verdiept. Ooit was er een levendige handel met tientallen vissers. Mede vanwege bovengenoemde redenen is het één van de beroepen die door de jaren heen bijkans is uitgestorven. Momenteel zijn er nog slechts drie weervissers actief. Weinig dus, veel te weinig, terwijl het toch zo’n puur en eerlijk ambacht is. Inmiddels is er dan ook een stichting opgericht met als doel het instandhouden van de weervisserij.
Een prima initiatief wat mij betreft. Teveel van ons rijke, ambachtelijke verleden is inmiddels als zand door onze vingers weggeglipt. Laten we het pure handwerk en de producten hiervan blijven koesteren.
Verse ansjovis
Verse ansjovis kun je in deze tijd van het jaar eten in een aantal restaurants in Bergen op Zoom en omgeving. Het Spuihuis, de Bloemkool, orangerie Mattemburgh om er een paar te noemen. Vaak serveren ze daar ook het AAA-menu, t.w. asperges, ansjovis en aardbeien, het beroemde Bergse trio van streekeigen producten. Ansjovisjes smaken een beetje als verse sardines. De kleinere eet je met huid en haar op, van de iets grotere kun je beter even het graatje verwijderen.
Mocht je de visjes, met een nodige dosis geluk, nog eigenhandig weten te bemachtigen, bebloem ze dan lichtjes en bak ze op een matig vuur in een klein aantal minuten goudbruin. Voeg een partje citroen, beetje remouladesaus en wat zeekraal of lamsoren toe. Meer toeters en bellen zijn totaal overbodig. We eten vis, vérse ansjovis. Zonder blik erom heen. Eerlijk. Maagdelijk. Zuiver. Precies zoals de Grote Uitvinder ze bedoeld heeft.
N.B. Ik word niet gesponsord om dit artikel te publiceren. Bovendien heb ik geen enkele commerciële connectie met de weervisserij als zodanig. Ik schrijf slechts over zaken die mij persoonlijk in beroering brengen.
Ik heb ze volgens mij nog nooit vers op, alleen uit conserven. Desalniettemin vind ik ze heerlijk!
Gauw een keer verse proberen, Jonne. Nu kan het nog!
Het water loopt me in de mond; nu maar hopen dat ook ik geluk heb. M’n geluksmoment Nell heb ik dankzij jou al binnen. Je gebruik van het woord -bijkans. een woord wat je niet zo vaak meer hoort!
Zo zie je, geluk zit in de kleinste dingen.
groet Anna
Ha Anna, wat fijn dat zo’n klein woordje je al gelukkig doet zijn. Het zijn woorden die in mijn dagelijkse vocabulaire zitten. Peuzelen is ook zo’n woord. En dientengevolge. Onze taal is te mooi om woorden uit te vergeten.
Bij mij zeker geen toeters en bellen.
Ansjovis, goede olijfolie, veel knoflook, knapperig stokbroodje en de grill.
Eh, en een glas stevige Rioja.
Jij kent de ansjovis, zo te horen. Ik had – eerlijk gezegd – ook niet anders verwacht 😉
Maar met jouw goedvinden wissel ik de rioja in voor een frisse sancerre.
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Mag van mij hoor, ik ben niet zo van done or not done als het om begeleiding bij gerechten gaat.
Wat dacht je van een exclusief Belgisch biertje bij een flink stuk ambachtelijke paté, dat is toch genieten?
Beer pairing is momenteel, vooral in Vlaanderen, erg in. Wat zou jij adviseren bij een eenvoudig gegrild of gebakken visje?
Ja,dat is nou even moeilijk.
Bij wijn kun je een aantal standaardgegevens hanteren maar bij bier ga ik toch meer op mijn eigen smaak af.
Maar ok dan, bij de eerder genoemde ansjovis vind ik een Kapittel tripel Abt uit Watou best smaken, hop niet zo overheersend.
Maar toch, niet meer in de auto stappen na het nuttigen.
Bij een wat sterker smakende vissoort de moeder aller tripels; Westmalle.
Gelijk maar even meenemen, voor de koudere dagen bij een heerlijke paté,
een straffe Hendrik Quadrupel of als je toch op weg bent naar de Westhoek
een kratje westvleteren 12 ophalen. (is niet te koop in de winkel)
Ik weet, ik weet, alles is aanvechtbaar, maar na jarenlang vele verrukkelijke ambachtelijke biertjes te hebben geproefd blijven er voor mij toch minder dan tien soorten over in mijn bierkelder.