Wilde zeekraal (salicornia europaea) is een zoutminnend gewas dat groeit op schorren, een buitendijks stuk land dat tijdens vloed onder water komt te staan. Bij eb kun je het schor betreden en de heerlijke zeekraal snijden. In Zeeland eten ze deze zilte groente dan ook al generaties lang. Tezamen met vis vormt zeekraal een voortreffelijke maaltijd.
Hoewel ik zelf uit West-Brabant kom, denk ik nog vaak met weemoed terug aan de dagen dat papa ons Dafje startte, laarzen, emmers en een scherp mes in de kofferbak gooide en wij richting de schorren achter Rilland-Bath vertrokken. Begin jaren ’80 kon dat nog. Het stond iedereen vrij te snijden zoveel hij wilde. ’s Avonds werd dat smullen!
Zeekraal (salicornia europaea)
Momenteel staat er nog maar heel weinig zeekraal op de schorren in Zeeland. Toen de Oosterschelde-werken kwamen, werd het getij anders. Er kwam minder eb en vloed, dus er komt nog nauwelijks water op de schorren. Om de natuur te beschermen, mag er slechts mondjesmaat voor commerciële doeleinden worden gesneden. De provincie Zeeland geeft 285 ontheffingen uit in het kader van de Natuurbeschermingswet. Daarmee mag de vergunninghouder 1 kilo zeegroente per dag snijden voor eigen gebruik op aangewezen plaatsen rond de Oosterschelde Met dergelijke hoeveelheden kun je nooit in de vraag ernaar voorzien.
Het is dus zeer waarschijnlijk dat de zeekraal die je koopt op/bij de (super)markt uit Frankrijk komt. In de zomer mag daar onder strikte richtlijnen nog worden gesneden. Wat ook steeds meer in de handel komt is de gekweekte versie. Deze zeekraal komt van binnendijkse percelen. In de winter wordt zeekraal zelfs ingevlogen, vanuit Israël – waar de groente op land wordt gekweekt in kassen met aangezout woestijnwater – of in Mexico, waar water van de Pacific wordt gebruikt. Gekweekte zeekraal is een stuk minder zout dan de wilde. De echte Zeeuw proeft dat meteen.
Zeekraal is, naast asperges, voor mij het toppunt van lekker eten. Ik eet het zo vaak ik kan en probeer altijd de wilde versie te kopen. Op dit moment is er nog maar één adres waar ik erop kan vertrouwen dat “wild”’ echt “wild” is. Als je me mailt, wil ik het adres wel verklappen. Gewoontegetrouw eet ik er vis bij, omdat die twee producten bijna een symbiose zijn. Voor een zoutbekje als ik eet ik dan altijd teveel. Dat is niet erg, want zowel zeekraal als vis zijn arm aan calorieën, dus who cares??
Over zeekraal en lamsoor: Natuurlijk snij ik ook, dat doet elke Zeeuw. Maar ik heb een goede kennis, die het binnendijks kweekt. Prima kwaliteit door 2 x per dag Oosterscheldewater op te pompen en bevloeien.
Over lamsoor: ik heb (ongeschoont) zaad liggen en als je wilt, mag je een beetje meenemen.
Het water loopt me direct in de mond,; niets zo lekker (nou ja, bijna niets) als zeekraal en vis in boter gebakken, de zeekraal uiteraard maar heel kort. De zeekraal is ook het enige waardoor ik het jammer vind dat ik niet in Zeeland woon eerlijk gezegd. Het adres wil ik wel graag trouwens, misschien kan ik dan de keren dat we in Zeeland zijn wat wilde zeekraal meenemen, lijkt me heerlijk.