Mooier kan de dag niet beginnen. Reeds in de vroege morgen danst er volop zonneschijn over de Zeeuwse wateren. Ik doe alsof ik de weermannetjes niet hoor. Hun waarschuwingen vliegen me om de oren. Code geel. Iets met gevaarlijk weer.
Ik ben geen held, zeker niet. Wel een realist. Zolang ik naar de hemel kijk en geen onheilspellende wolken aan zie komen, is er niets aan het handje. Zo voorspelden we vroeger het weer, zo doe ik het nog. Tenslotte kom ik niet plotsklaps terecht in de schier oneindige zandvlakten van de Kalahari woestijn, mocht het weer echt omslaan.
G. en ik vertrekken zonder plan. Alleen een knooppuntenkaartje in de broekzak als back-up. Zoveel is wel duidelijk vandaag: het zomerse weer heeft veel mensen uit hun huizen getrokken. In grote getallen zoeven de “elfi’s” ons voorbij. Nee hoor, daarmee bedoel ik niet engelachtige wezentjes met fragiele vleugeltjes uit het prentenboek; het zijn de elektrische fietsers. Mensen die graag heel snél willen fietsen, alsof ze op tijd thuis moeten zijn. Vóór de errepels op tafel staan, zoiets. Wij doen daar niet aan. Wij zien altijd wel. Maar intussen is het oppassen met al die elfi’s, die ons op bochtige, smalle fietspaadjes met duizelingwekkende snelheden willen passeren. Of tegemoet stuiven. Ik moet nog wennen aan dit nieuwe ras. Echt.
Na een gezapig uurtje fruitbomen kijken, kronkeldijken en genieten van het uitzicht over de Westerschelde, steken we over naar de noordkant van mijn eiland. Daar waar onze regionale trots, de altijd blauwe Oosterschelde, zich langs de oevers schuurt. Mijn eigen Nationaal Park. Kraamkamer van alles wat groeit en bloeit in water. Leverancier van zilte heerlijkheden als oesters, kreeft, mosselen, paling. Langs de Havendijk in Yerseke is het knap druk. Nog weinig toeristen, maar veel locals, meen ik te zien. Op zoek naar iets lekkers, net als G en ik. Want geloof me: je kunt het decadent noemen, maar een échte Zeeuw (durfde er nog iemand iets te zeggen over zuinig?) wil nog wel eens half dozijntje oesters wegslurpen of een kreeftje te lijf gaan op een mooie dag als vandaag.
We passeren Zee-Land-Zilt, het jongste troetelkindje van Edwin Vinke. Hmm, gesloten! Vol ongeloof kijk ik naar binnen. Alles is duister. Geen mens te bekennen. Op een dag als vandaag! Laagdrempelig moest dit toch worden? Nou, verder dan maar.
Dat “verder” is slechts een kleine 200 meter. Ha, hier kennen we het! Proeven van alles wat uit de Oosterschelde komt bij Proeverij de Oesterij. Druk, druk, druk hier. Gelukkig komt er een tafeltje vrij. En hier geldt nu eenmaal de oude regel: opgestaan, plaats vergaan.
Proeverij De Oesterij
Tevreden kijken we over de glinsterende oesterputten, die nog steeds in gebruik zijn als verwaterplaatsen, en bestellen een Picpoul de Pinet met drie gestoomde oesters. Creuses zijn het, want voor de Zeeuwse platte is het niet het juiste seizoen. Geeft allemaal niets, ook deze smaken prima. De schuimige Hollandaisesaus geeft de oesters een subtiel accentje mee. Daarna verorberen we een Oosterscheldekreeftje, want daarvoor is het nu wel precies de perfecte tijd.
We kiezen twee vrouwtjes uit de bassins, wetend dat die de meest malse pootjes hebben. Hier worden ze in de oven gegaard, waardoor al hun natuurlijk aroma’s behouden blijven. Geen tierelantijnen, alleen wat brood, citroen en zeegroenten. Ik verzeker je: een mens kan het slechter hebben op een zondagnamiddag! Elk flintertje vlees pulken we uit het kreeftenpantser en zelfs het koraal eet ik op. Kreeft eten is ook een zekere sport. Daar gooi je niets van weg.
Verwacht bij de Proeverij geen sjiek gedekte tafels of andere decoratie. Het gaat hier om schaal- en schelpdieren in hun puurste vorm. En die hebben ze hier volop. Precies zoals ik ze graag eet.
N.B. Ik word niet gesponsord om dit artikel te publiceren. Bovendien heb ik geen enkele commerciële connectie met Proeverij de Oesterij en/of de bedrijfsvoerders hiervan. Ik schrijf slechts over zaken die mij persoonlijk in beroering brengen.
Klinkt als een heerlijke middag. De Oesterij staat ook op mijn wensenlijstje en nu nog meer. Oesters met Hollandaise klinkt geweldig!
Als ik jouw blog zo lees, kan een proeverijtje van al dat lekkers bij de Oesterij nooit lang meer duren. Ik zeg: doen Stefanie!
Mijn tong hangt bij het bovenstaande blog al op de grond,, jammie! Ik ben er tot nu toe alleen nog maar voorbij gereden. Ik zal er toch echt eens moeten stoppen!!!
Gelukkig kun je al die Zeeuwse zilte zaligheden ook heel goed thuis bereiden, Christien. De Oesterij heeft ook een echte shop waar je oesters en kreeften direct uit uit het bassin kunt kopen. Verser kan niet. Maar daar zitten op een mooie zomerdag is natuurlijk het summum.
Beste Nell
Bedankt voor weer een mooi, goed en smakelijk verhaal. Ik heb er weer van genoten.
Echter 1 opmerking..
Je scheert gemakshalve of onbewust even alle fietsers met trapondersteuning of andere hulpmiddelen over de eeuwenoude- en welbekende kam. Jammer.
Waarom ?
Er zijn er inderdaad nogal wat die beter een Vespa met een 49 cc motor hadden kunnen kopen maar de meesten (zoals wij) fietsen op een e-bike omdat je wat makkelijker fietst tegen; opritten, spoorwegovergangen, dijken, viaducten, etc. En vergeet vooral niet de tegenwind.
Die racemonsters, zoals wij sommige noemen, kunnen beter iets anders kopen of horen sowieso niet op het rijwielpad.
Zij hebben het echt niet begrepen. Jammer.
Je hebt gelijk, Arie. Ik mag niet alle fietsers over éën kam scheren. Ik heb het natuurlijk over de zgn “racemonsters” die niet meer weten waar hun rem zit en echt gevaarlijk stuntwerk plegen te doen op smalle fietspaden. Tuurlijk snap ik als de beste dat het een uitkomst is voor iedereen die wel een duwtje in de rug kan gebruiken. Juist die mensen scheuren niet alsof ze plots formule I coureurs zijn geworden. Het zijn de mensen die ook in het dagelijks leven niet goed beseffen waar ze mee bezig zijn. En jij hoort daar zeker niet toe. Maar dank dat je mij op dit punt wijst.
Heerlijk zeg! Ik heb ook een elfi, maar inderdaad niet om hard te fietsen. Ben erg blij met de ondersteuning. Ik wist niet dat sommigen zoveel overlast bezorgen, heel jammer nu toch weer.
Zoals hierboven ook gezegd: ik generaliseerde en dat hoort niet. Mijn excuses. Vanzelfsprekend weet ik heel goed dat niet iedereen met een elektrische fiets “scheurgedrag” vertoont. Ik had me anders moeten uitdrukken.
Ook in Hokkaido waar ik woon is het wat kreeften en oesters betreft bijzonder goed vertoeven Nelleke 🙂 Verser dan vers is nog zwak uitgedrukt. Alleen mijn lievelingswijn Picpoul de Pinet heb ik hier nog niet gezien, en áls ik ‘m al vind dan kost ie een vermogen (maar dan heb je ook wat).
Leootje!!! Wat een tijd geleden dat ik mijn Nederlands/Japanse vriendje hoorde! Ik geloof vast dat in jouw land alles krakievers is, want daar staat Japansese food om bekend. Sushi van niet verse vis ….Brrrr, je moet er niet aan denken. Zeg nou niet dat er geen on-line postduiven bestaan die jou een lekker flesje Picpoul de Pinet kunnen bezorgen, toch? En anders programmeer je er toch gewoon eentje
Tja Nelleke, mijn Zeeuws vriendinnetje, het probleem is dat ik die postduif nog steeds niet heb gevonden. De gekste wijnen vind je hier, van 3 euro per fles tot duurder dan goud. Maar die niet te versmaden Picpoul de Pinet? Onvindbaar. Die zou ik dan vanaf NL moeten importeren, dat kan altijd, maar dan moet ik bij aflevering mijn beurs zo flink opentrekken voor de importtax dat het niet meer leuk is 😉
Nee, te veel tax en/of belasting betalen, is niet leuk. Maar goed, jullie hebben weer wel de fijnste saké’s en die hebben wij weer niet hier. Ik zou maar heel tevreden verder leven daar in Japan, met al die heerlijkheden, inclusief ZEN-gevoelens, Wuufje is jaloers op uwes …..