Angst. We moeten ons er niet door laten leiden. Ruim twee weken geleden zeiden ze het allemaal. De politici. De onderzoekers. De moraalpredikers. Dan vraag ik mij af: liggen zij nooit wakker ’s nachts, zo rond de klok van vier uur, starend naar het rode stipje van de standby-knop van hun tv? Tolt hun hoofd nooit van alle gruwelijkheden die ook zij de afgelopen tijd hebben gehoord, gezien of in de meest erge situatie aan den lijve hebben gevoeld? Herkennen zij niet de verlammende machteloosheid, de wanhoop en het wegslikken van de tranen?
Ik wel. Een kakkebroek ben ik, een angsthaas. Ik lig wakker, omdat beelden en geluiden over elkaar heen tuimelen in mijn hoofd. De uitweg die er altijd was – het van me afschrijven – is gebarricadeerd door de onmacht om de juiste woorden te vinden. Het zijn gevoelens die niet passen binnen mijn referentiekader van emoties.
Angst is niet langer weg te denken in mijn leven. En toch weiger ik mijn solidariteitsgevoel te laten splijten in een rancuneuze verdeeldheid. In wij en zij. Goed en slecht. Wit en zwart. Ondanks wat er allemaal om ons heen gebeurt, wil ik blijven geloven in de ander. In onze liefde voor elkaar, want het is niet jouw fout die de wereld op zijn grondvesten doet trillen. Laten we elkaar in de ogen durven blijven kijken, zonder vooroordelen of argwaan.
Na de angst
Echt, er bestaat leven na de angst, als jij mij maar vasthoudt als ik wankel. Zolang jij me maar af en toe zacht over mijn rug streelt als ik breek, kan ik doorgaan om aan de acrobatiek van alledag weerstand te bieden. Maar alsjeblieft, fluister mij hoop in als ik in de wirwar van emotionele golven soms een baken nodig heb. Dep mijn wangen droog. Laat mij inzien dat zwakte een heel normale, menselijke eigenschap is en dat het misschien wel onze grootste kracht is om ons samen zwak te durven voelen. Daarmee tonen we misschien wel échte veerkracht, zonder die idiote heldenstatus, die toch alleen maar bedoeld is om onze ego’s te strelen.
Ik wil ook helemaal niet dapper zijn, geen manhaftig realist. Want daarmee raak ik aan de grenzen van stoïcijnse nuchterheid en dat is wel het laatste wat ik wil. Gevoelloosheid die zich gemakkelijk weet te vertalen in onmenselijk handelen. Waar eindigt onschuldige heldhaftigheid en waar begint onwelriekende strijdlust?
En ik wil me ook vooral geen korrel los zand voelen tezamen met 16.999.999 identieke korrels in dit land. Altijd zal ik blijven zoeken naar verwantschap; onderdeel willen zijn van één warme, homogene zandvlakte. Met alle neuzen richting zee. De handen ineengeslagen, de vingers verstrengeld om op die manier weerstand te kunnen bieden aan een vloedgolf van genadeloze krachten. We zullen langzaamaan moeten gaan beseffen dat onze wereld niet zo maakbaar is, als wij hem hadden bedacht.
Nee, het bovenstaande is geen vals sentiment. We zullen het echt samen moeten doen, ook al zijn we dat door onze decennialang zorgvuldig opgebouwde coconnetjes van individualisme, niet meer zo gewend. Ik kan (en wil) het in elk geval niet alleen, mijn angst de baas blijven en doen alsof er niets aan de hand is. Ik wil me verbonden blijven voelen met jullie, met jullie allemaal. Niemand uitgezonderd.
Welkom in een nieuwe samenleving.
0 reacties