Schuim. M’n hele familie is schuim, ik hoorde het mijn lieve pap vroeger vaak gekscherend verkondigen. Waarschijnlijk bedoelde hij er niets bijzonders mee, maar vond hij zijn zelfverzonnen uitspraak zó grappig dat hij iedereen ervan mee wilde laten genieten. Te pas en te onpas. De eerste (en tevens meteen laatste) keer dat hij in een wild bruisende jacuzzi zat en de schuimbellen bijna tot het plafond reikten, mochten wij herhaaldelijk horen uit welk element zijn familie was opgebouwd. Gelukkig wist G van deze hilarische expeditie een foto te maken door het hoge badkamerraampje. We lachen er nu nog om. Ook bij het iets te overvloedig hanteren van de fles afwasmiddel (ik spreek van ver voor de afwasmachine), begon pap, vaak nog vóór wij iets bestraffends konden verzinnen, te orakelen over het schuim en zijn familie. Opnieuw grinniken.
Hoe dan ook: schuim stelt in oorsprong niets voor. Het is lucht. En nog meer lucht. Eiwitschuim is dus een béétje eiwit en een giga hoeveelheid lucht. Als die lucht er eenmaal in gevangen zit, noem je het heel deftig meringues. Als je het nog een tikkie sjieker wil maken, drapeer je er een swirl van frambozen over.
Van deze meringues mag je er best twee – of zelfs drie – eten. Het is toch alleen maar gebakken lucht, nietwaar? Nou ja, behalve de suiker dan. Maar daar kun je naar wens mee spelen. Ik gebruik standaard altijd 10-15% minder suiker dan in de meeste koekjesrecepten wordt aangegeven. Persoonlijk vind ik dat altijd nog zoet genoeg. In het frambozenmengsel had ik zelfs nul gram suiker gedaan, omdat ik zoet met een tikkie zuur als tegenhanger juist heerlijk vind. In mijn beleving maken juist tegengestelde smaken het verschil tussen simpel en net dat beetje meer. Als jij echter van je stoel geblazen wordt door zoet-zoeter-zoetst, gebruik dan vooral de aanbevolen hoeveelheden suiker. Aan jou de keus!
Hoe dan ook: schuim stelt in oorsprong niets voor. Het is lucht. En nog meer lucht. Eiwitschuim is dus een béétje eiwit en een giga hoeveelheid lucht. Als die lucht er eenmaal in gevangen zit, noem je het heel deftig meringues. Als je het nog een tikkie sjieker wil maken, drapeer je er een swirl van frambozen over.
Van deze meringues mag je er best twee – of zelfs drie – eten. Het is toch alleen maar gebakken lucht, nietwaar? Nou ja, behalve de suiker dan. Maar daar kun je naar wens mee spelen. Ik gebruik standaard altijd 10-15% minder suiker dan in de meeste koekjesrecepten wordt aangegeven. Persoonlijk vind ik dat altijd nog zoet genoeg. In het frambozenmengsel had ik zelfs nul gram suiker gedaan, omdat ik zoet met een tikkie zuur als tegenhanger juist heerlijk vind. In mijn beleving maken juist tegengestelde smaken het verschil tussen simpel en net dat beetje meer. Als jij echter van je stoel geblazen wordt door zoet-zoeter-zoetst, gebruik dan vooral de aanbevolen hoeveelheden suiker. Aan jou de keus!
Luchtige meringues met frambozenswirl
Ingrediënten: voor 20-30 meringues
voor de meringues
3 eiwitten
3 eiwitten
snuf zout
100 gr fijne suiker
90 gr poedersuiker
Bereidingswijze:
voor de frambozenswirl:
75 gr (diepvries)frambozen
75 gr (diepvries)frambozen
55 gr suiker
Bereidingswijze:
Verwarm de oven voor op 90 °C (hete lucht) en bekleed een bakplaat met bakpapier.
Doe de frambozen met de suiker in een steelpannetje en breng al roerend aan de kook.
Laat het mengsel 2-3 minuten zachtjes koken. Wrijf het vervolgens door een fijne zeef en gooi de pitjes weg.
Klop de eiwitten en het zout in een vetvrije kom op.
Voeg als de eiwitten schuimig beginnen te worden geleidelijk de fijne suiker toe.
Blijf doorkloppen tot de eiwitten stijf zijn en de suiker is opgelost.
Spatel vervolgens de poedersuiker door de meringue en doe het mengsel in een spuitzak met een glad spuitmondje van ongeveer 15 millimeter.
Spuit dopjes van zo’n 4-5 centimeter op de bakplaat.
Druppel voorzichtig maximaal ¼ theelepel van het frambozenmengsel op elk dopje en maak met behulp van een satéprikker een mooie swirl.
Laat de meringues 2-3 uur drogen in de oven. Zet de oven uit en laat ze in de oven met de deur dicht
helemaal afkoelen.
Bron recept: De Koekjesbijbel – Rutger van den Broek
helemaal afkoelen.
Bron recept: De Koekjesbijbel – Rutger van den Broek
0 reacties