Met dit stoere vijftal in mijn nabijheid, ben ik verzekerd van een levendige omgeving. Want zoals het echte mannen betreft: ze maken de godganse dag een hoop onnodig lawaai, ze scharrelen voortdurend zinloos in het rond en wil je eens een keer een goed gesprek met ze voeren, dan staan ze daar een partij wellustig te pronken en te draaien, met als enig doel zo dicht mogelijk vooraan te komen staan. Kraaiende mannen.
Haantjes zijn het, echte haantjes. Gebrand op lange, wilde nachten. En wie denkt dat ik er ’s morgens rond zevenen enig gemak van ondervind: vergeet het maar. Het is meneer Philips die me met zijn tedere wake-up licht zachtjes wakker kust. Want mijn vijftal is dan nog in diepe rust. Net zoals hun menselijke soortgenoot.
Hoi Nell, zijn dit jouw 5 mannen (+ de echte)?
Geen kippetjes. Ga je voor de gebraden haantjes?
Gr, Gerry