De slager bij mij in de buurt gelooft stellig in zijn vak. Als verkoper, wel te verstaan. Precies dat is wat hij wil: verkópen. En wát hij precies verkoopt, maakt hem niet zo gek veel uit. Alles waar vraag naar is, ligt in zijn vitrine. Bijzondere specials heet dat dan. Als ik echter een smakelijk stukje ongemarineerd Iberico vlees vraag, geeft hij niet thuis.
Wat die zogenaamde specials aangaat: ik ben er niet nieuwsgierig naar en word er al helemaal niet hongerig van. Bijzondere namen wekken de suggestie de producten naar een hoger plan te kunnen tillen. Boomstammetjes. Pepersteaks. Pomodori haasjes. Het is niets anders dan bewerkt, vooraf gekruid en/of gemarineerd vlees. Gemaksvoer voor de “snelle eters” van vandaag. Het smaakt zout of pittig (of in het ergste geval zout én pittig tegelijk), dus is het lekker.
De Moderne Mens zit echter vreemd in elkaar, want naast het gemaksvoedsel is er momenteel ook een hang naar voedsel dat smaakt zoals het hoort te smaken. Biologisch en ambachtelijk, dat zijn de termen van vandaag. Aangezien de mens van vandaag de gehele wereld doorkruist, ziet, hoort en proeft hij van alles op vakantie, wat hij thuis op de bank ook wil eten. Iberico-vlees bijvoorbeeld. Veelal gegeten op doorreis in Spanje en Portugal. Mals, smakelijk vlees.
Dat komt omdat de varkens ter plekke vrij kunnen rondscharrelen De Ibérico varkens worden in het voorjaar met fris gras gevoed. In de zomer krijgen ze een mengsel van gerst en tarwe te eten. En in de herfst, wanneer de eikels van de bomen vallen, eten ze daarvan liefst tot 10 kg per dag! Bovendien zorgt het vele bewegen ervoor dat het vlees een nootachtige smaak krijgt en dat er vet in het spiervlees wordt opgebouwd. Juist in het vet wordt de smaak geconcentreerd. Kortom: vlees zoals het vroeger smaakte.
Back to Basic is hip. En de slager bij mij in de buurt wil meegaan met zijn tijd. Dus ging hij Iberico vlees inkopen. De eerste paar weken wist ik niet wat ik zag! Hier, bij mij om de hoek, Iberico koteletjes! Enfin, Man en ik aten onze buikjes rond. Tsjonge, het vet droop langs onze kin, maar lékker …..
Totdat de slager merkte dat de omzet van zijn Iberico vlees niet zo hoog was, als hij had berekend. De gemiddelde klant vond het er nogal “gewoontjes” uitzien. Daar had de slager bij mij in de buurt wel wat voor! Chimichurri bijvoorbeeld. Tex-Mex. Shoarma. Tok-Tok. Curry. Tandoori. Roept u maar!
Zo werd de authentieke vleeskleur netjes bedolven onder een rode, gele of groene smurrie. De omzet steeg. Zowel de slager als de klanten waren tevreden.
Behalve dan die ene klant, in de vorm van mijn persoon. Het zijn vergeefse pogingen als ik voor de zoveelste keer informeer of er Iberico-koteletjes naturel zijn. Nee, mevrouw, alles op en hij wijst nadrukkelijk naar zijn vitrine. Ik moet ze bestellen, vindt de slager bij mij in de buurt. Dan kan hij er rekening mee houden dat ik ze “anders wil dan anders”.
Bestellen. Ja, ja. Zo gaat dat bij de slager van vandaag. Als je gemalen, kruidige, peperige, pittige, in dikke saus verpakte of van exotische namen voorziene vleesachtige dingen wil, kun je aanschuiven in de rij. Maar als je een stukje normaal vlees wil, is de slager bij mij in de buurt niet thuis. Toch gek.
0 reacties