Bierbrouwerij Grand Café Emelisse te Kamperland is landelijk gelegen. Ingeklemd tussen het Veerse Meer, welke op deze zonnige dag bezaaid lijkt met zeilbootjes, en de stormvloedkering op het Zeeuwse Noord-Beveland. Tussen fietsknooppunt 19 en 18 om precies te zijn.
In het fraaie, monumentaal uitziende nieuwbouwpand, is een ambachtelijke bierbrouwerij gehuisvest. Onder leiding van de brouwmeester worden er in Emelisse wekelijks speciaalbieren gebrouwen. Uiteraard worden al deze bieren in het grand cafe geschonken, zowel van de tap als op fles. Tijdens ons bezoek zie ik diverse dienbladen voorbijkomen, volgeladen met grote flutes schuimend gerstenat.
Man en ik nemen plaats aan het laatste lege tafeltje op het grote terras. Comfortabele nep-rieten stoeltjes. Jammer genoeg ogen de plastic tafeltjes alsof ze enkele jaren teveel regen te verwerken hadden gekregen. Aansluitend aan het terras bevindt zich een uitgestrekt grasveld, met her en der een aantal kindvriendelijke speeltoestellen.
Verderop zie ik bij vier heren kleine, bolle glaasjes geserveerd worden. Lichtgeel met een witte bovenlaag. Het moet bier geweest zijn. Ik bedwing mijn nieuwsgierigheid, maar liefst was ik direct op ze afgegaan om te vragen wat zij in hun glaasjes hebben.
Een vlotte, jongedame komt onze bestelling opnemen. We besluiten manhaftig geen bier te nemen, gezien de afstand die nog voor ons lag. De thee is hier van Harvey & Sons. Ik heb er nog nooit van gehoord. Ik kies voor de Dragon Pearl Jasmin en zet de bijgeleverde zandloper ondersteboven. De groen-witte pareltje openen zich langzaam tijden het trekken van de thee, zodat het lijkt of er zich bloemetjes ontvouwden. Leuk! De espresso is van Roode Pelikaan, niet het meest geliefde merk van De Man. Maar het weer is top, wij zitten heerlijk, dus geen enkele reden om te zeuren.
De menukaart laat aardige gerechten zien. Hier kun je zelf kijken. Het lekkers is even niet aan ons besteed, wij hebben ons op deze zonnige dag ten doel gesteld knooppunt 10 te bereiken, dus vervolgen wij onze tocht door het Zeeuwse landschap. Waarbij ik, al mijjmerend, tot de volgende poëtische slotsom kom.
Ode aan Zeeland
ik ben van Brabant
van achter de Mariabeeldjes
en alles wat iets verder lag
het was mij nauwelijks bekend
tot ik in ‘t zonnelicht van vorig jaar
jouw fraaie rondingen begluurde
wolkenwit kuste het zoute blauw
van kreken rond de Oosterschelde
ik zag voor ’t eerst de smient
de tureluur op weelderige schorren
mosselvocht kwam aangespoeld
ja, zelfs oesterschelpen braken
heilige Maria, wat was je mooi
te mooi om ooit nog te verlaten
Mooi gedicht..ik ben te ver weg om iets van je plaatsen t bezoeken maar ik ben doch blij het hier te zien:)
Hallo Dzoli, wat leuk dat je mijn blog hebt bezocht. Zo te zien zit je inderdaad een beetje ver weg van mijn beschreven plekjes, maar binnen je hoofd kun je overal tegelijk zijn, toch? Dank ook voor je compliment over het gedichtje.