Dagen die zoveel anders lopen dan het zich om half acht in de morgen doet aanzien. Buiten zijn ze met volle emmers water bezig (in het grensgebied tussen waken en slapen ontwikkelen zich eigenaardige vermoedens). De wake-up lamp is, na een hardhandige opdoffer van mij, zelf in de slaapstand geschoten. Het donzen dekbed voelt als een warme moederschoot. Ik heb geen zin in deze dag. En nog minder in een koude start. Wie zit er nu in vredesnaam op deze druilerige dinsdag op vrouwtje Eetplezier te wachten? Niemand. Alle reden dus om me nog eens behaaglijk om te draaien.
En dan beginnen er honderdduizend neuronen, gelegen ergens tussen mijn oren, kleine boodschapjes te verzenden. Of ik die alsjeblieft ook wil ontvangen? Goed, goed, stil maar. Ik probeer na te denken. O ja, het dagelijkse leven vol verrassingen! Fysio, postpakketje inpakken en wegbrengen, telefoontje plegen naar moeders huisarts, wasje strijken, stukje schrijven, appels halen.
Vol zelfmedelijden verlaat ik de echtelijke sponde. Brrrr. Het is koud in de Grote Mensen Wereld. Mijn buik laat zielige geluidjes horen. Ik probeer scherp te stellen en zet het mechaniek van spieren, pezen en botten voorzichtig in beweging. Eerst maar eens een grote kop dampende thee. En een cracker met kaas. Niet dat dit nu meteen tot bovenmatige gevoelens van weldaad leidt, maar toch … een mens krijgt wat binnen.
Ontwaken voelt als een harde noot kraken
Tegen 09.30 uur ben ik klaar voor gebruik. Gewassen, geschoren, gekleed. Inmiddels zijn ze buiten gestopt met het leeggooien van de emmers water en dat maakt deze dag al meteen een stuk aantrekkelijker. Ik besluit vanmiddag het buitenverblijfje te bezoeken. Er liggen nog allerhande zaken te wachten die ik, vóór de winter definitief toeslaat, hier in huis wil hebben.
Ter plekke is het prachtig weer. Veel zon, beetje wind. Rode wangen, tintelingen op mijn huid. Mijn buik en ik zijn intussen ook weer on speaking terms. Mooi zo. Op de terugweg koop ik twee kilo appels bij een stalletje aan de kant van de weg. En maak een omweggetje naar de lokale notenboer Westhof. Met vier kilo walnoten kom ik vast en zeker de eerste herfstmaanden door.
Thuisgekomen is er een fijn flesje rode wijn. Met superverse noten. Smikkeldesmikkel. Daarna snijd ik snel een aantal “groentjes”, rasp kaas en kook linguine. Ofwel: hoe een dag die zo nukkig van start ging, toch nog een heel behoorlijk einde kent.
Wat heb je het weer mooi verwoord. Ik moet ook elke dag mijzelf uit bed duwen. Het scheelt dat de kids naar school moeten en dan vind ik dat ik toch echt niet kan blijven liggen. Eenmaal eruit blijkt het meestal best mee te vallen. Was het maar weer lente! Gr, Gerry
Ja hier ook als je er maar eenmaal uit bent gaat het wel. Eerst wat rek-en strekoefeningen in bed dat maakt het iets makkelijker met een artroselichaam, dan kreun je wat minder bij de eerste stappen.
Hoi, Ik heb net je blog ontdekt, super leuk en heel persoonlijk! Helaas kan ik niet lekker smikkelen van noten door een zware allergie;-( Ik wens je een heel fijn weekend!
Gek he? Nergens een briefje of notitie met de aankondiging dat het donker is, en blijft. Dat het koud is en dat de bomen de wegen voorzien van een tapijt van bladeren….
Eenmaal eruit gaat het wel. Ik moet alleen rubberen laarzen hebben. Natte schoenen met de hond uitlaten is echt armoede….
Geniet van je noten en wijn.
@aan alle dames: o, héérlijk, (h)erkenning, schouderklopjes, medeleven. Dank voor het jullie luisterende oortjes!
Mooi geschreven! Ik moet er ook altijd zo aan wennen dat het weer herfst is.