komt altijd in de nacht
kruipt, sluipt
door gangenstelsels
waar groene gedachten liggen
wachten om gekleurd
te worden onder de stevige druk
van een herfst die – onaangekondigd –
aangestormd komt
wrikt zich tussen stalen schouderbladen
klauwt in ’t wilde weg maakt
rondedansjes in een bovenbuik
dwingt, dringt
zich binnen tot in de kern
van mijn opgerolde niemandsland
waar ik licht in mijn handen
probeer te vangen
en lucht om door te kunnen
leven in draaglijke waarheid
© Nell Nijssen
(1e prijs Bestse Poëzieprijs 2008)