iets heel zachtgeels ontwaakt
in mei; een nieuwe lente, nieuw begin
er groeit wat donzigs binnenin
door vlinderhanden aangeraakt
een ongarepte prilheid die volmaakt
de frisse wereld baart die ik bemin
er glinstert hoop; ik krijg zo’n zin
in leven dat naar groene appel smaakt
het breekt door schalen hardheid heen
verjaagt de laatste kilte uit de lucht
voedt mij met licht dat eens verdween
de pijn voorbij; een laatste zucht
ik drijf het beste uit mijzelf bijeen
koester de warm, volgroeide vrucht
© Nell Nijssen
(eervolle vermelding sonnettenwedstrijd “Ode aan de Lente”, uitgeschreven door NCRV’s DichtTalent)