De liefde is door mij gemaakt.
Ik broedde er behoedzaam op.
Uitgekomen. Het oude nest niet langer nodig.
Ik heb ons vleugels aangebonden.
Een lange vlucht, wat moeizaam soms,
maar toch de sterren uit de lucht geplukt.
Ik land pas als de zomer over is. Andere
plaats, dezelfde jij. Met tijd in overvloed
om in elkaar te overwinteren.
© Nell Nijssen
Dighter, literair tijdschrift, 2008, nr. 1 & 2