dat ze de tijd verknipte
tot hapklare brokken
kon ik in haar verre ogen zien
als vanouds
stonden haar schoenen
achterwaarts ingeparkeerd
het zwarte raam bood
onveranderd uitzicht; nooit verder
dan de hongerige overkant
bevroren schouder, beweerde iemand
maar alles leek van ijs in haar
hoe oude botten konden rammelen
hoe stevig ze moest slikken
dat wist ik toen nog niet
© Nell Nijssen
Dighter, literair tijdschrift, 2008, nr. 1 & 2